•
De hulpverlener heeft één arm om het heupgewricht geslagen en één hand om
het gewricht en zet de draai in.
2. Het stapsgewijs hoger in bed verplaatsen
•
De TSTC ligt onder de zorgvrager;
•
De knieën van de zorgvrager zijn gebogen en de voeten staan plat op bed.;
•
De hulpverlener slaat één arm om het onderlichaam van de zorgvrager en
de andere arm/hand wordt gebruikt om de richting van verplaatsing aan te
geven;
•
De zorgvrager wordt in één soepele beweging naar boven geschoven;
•
De hulpverlener maakt gebruik van een groot steunvlak en verplaatst
zijn/haar gewicht in één soepele beweging van het achterste been naar het
voorste been.
11