b. Het stapsgewijs omdraaien (naar je toe) bij het heupgewricht
•
De TSTC ligt onder de zorgvrager.
•
Vraag of de zorgvrager de armen op de buik kan leggen of help hem/haar hierbij;
•
Vraag de zorgvrager of hij/zij één knie kan buigen. Indien dit niet mogelijk is,
faciliteert de hulpverlener deze beweging;
•
De hulpverlener zet de handen op beide heupen en zet de draai in.
c. Het stapsgewijs omdraaien bij het heupgewricht (van je af ):
•
De TSTC ligt onder de zorgvrager;
•
Vraag of de zorgvrager de armen op de buik kan leggen of help hem/haar hierbij;
•
Vraag de zorgvrager of hij/zij één knie kan buigen. Indien dit niet mogelijk is,
faciliteert de hulpverlener deze beweging;
10