2. Veiligheid
Correct gebruik van de bekerelevator (vervolg)
3. Nooit laten werken met afschermingen verwijderd of inspectieluiken open.
4. Open nooit de afschermingen en werk nooit aan de bewegende onderdelen van de
bekerelevator tenzij:
a. Al het graan er volledig uit is verwijderd. (Een belaste elevator kan leiden tot onverwachte
beweging van de band en bekers, ook als de spanning is afgeschakeld.)
b. De hoofdscheidingsschakelaar in geopende stand is vergrendeld en voorzien van een label.
c. De elektrische voeding van alle apparatuur die met de elevator werkt ook in afgeschakelde
stand is vergrendeld en voorzien van een label.
5. De elevator moet in alle richtingen verticaal geïnstalleerd zijn en mag onder geen enkele andere
hoek worden gebruikt.
6. Bevestig geen takel of andere hijsapparatuur aan de bekerelevator, noch aan de ladders of platforms
die aan de elevator zijn bevestigd.
7. Aan de elevator bevestigde ladders en platforms zijn uitsluitend voor toegang door personen en
mogen niet worden gebruikt voor het dragen of ondersteunen van zwaar materieel.
8. Overschrijd de op de waarschuwingssticker vermelde maximale belasting van ladders en platforms
(225 kg) niet.
9. Wijzig de elevator nooit ten opzichte van de oorspronkelijke specificaties.
10. De elektrische voeding van de elevator altijd vergrendelen en van een label voorzien voordat
u werkzaamheden verricht aan de elevator.
11. Gebruik de elevator niet in een omsloten gebied met ontploffingsgevaar.
Op hoogte werken
De uitrusting is zodanig ontworpen dat de bediening hoofdzakelijk op maaiveldniveau plaatsvindt.
In sommige fasen van de levenscyclus moeten ook werkzaamheden op hoogte worden uitgevoerd.
Hiertoe is de uitrusting voorzien van toegangsladders en platforms, om het risico voor gezondheid en
veiligheid tot een minimum te beperken. Voorts moet aandacht worden geschonken aan de volgende
veiligheidsvereisten.
1. De ladders, platforms en loopbruggen zijn uitslutiend bestemd voor bevoegd en opgeleid personeel.
Laat NOOIT toe dat kinderen of niet-medewerkers de uitrusting, de bijbehorende ladders of de
toegangsplatforms betreden.
2. Als de uitrusting zich op een onbeveiligde locatie bevindt, moet de toegang worden afgeschermd met
veiligheidsafrastering en vergrendelbare hekken.
3. De onderkant van ladders aan de uitrusting moet worden voorzien van een vergrendelbaar
veiligheidshek om toegang van onbevoegden te voorkomen.
4. De uitrusting moet UIT staan en alle elektrische voeding in afgeschakelde toestand VERGRENDELD
voordat werkzaamheden op of in de uitrusting worden verricht. Zorg dat de scheidingsschakelaar is
UITGESCHAKELD, VERGRENDELD en GELABELD om onbedoeld opstarten te voorkomen. Dit
geldt tevens voor alle apparatuur die is aangesloten op de elevator waaraan u werkt.
2B op pagina 15.)
14
PNEG-681CE-NL CE-goedgekeurde serie II-bekerelevator
(Zie afbeelding