7
Faxen
Vóór het faxen
Uw stations-ID instellen
Stel de stations-ID van de machine in als u
wilt dat de datum en tijd op elke verzonden
fax staan.
1
Druk op
[Instell.] > [Alle
instell.] > [Stand.instel.] >
[Stations-ID].
2
Druk op [Fax].
3
Voer uw faxnummer (maximaal 20
cijfers) op het touchscreen in en druk
vervolgens op [OK].
4
Druk op [Naam].
5
Voer uw naam (maximaal 20 tekens) in
via het touchscreen, en druk vervolgens
op [OK].
• Druk op
tussen letters, cijfers en speciale
symbolen. (De beschikbare tekens
kunnen per land verschillen.)
• Als u een verkeerd teken hebt
ingevoerd en dit wilt wijzigen, drukt u
op d of c om de cursor onder het
onjuiste teken te plaatsen. Druk op
en voer vervolgens het correcte
teken in.
• Druk op [Spatie] om een spatie in te
voegen.
6
Druk op
.
om te schakelen
Storing op de telefoonlijn/
VoIP
Als u problemen hebt met het verzenden of
ontvangen van een fax door een mogelijke
storing op de telefoonlijn, of als u een VoIP-
systeem gebruikt, raden we u aan de
modemsnelheid te wijzigen om faxstoringen
tot een minimum te beperken.
1
Druk op
[Instell.] > [Alle
instell.] > [Stand.instel.] >
[Compatibel].
2
Druk op [Normaal] of [Basic (voor
VoIP)].
• [Basic (voor VoIP)] verlaagt de
modemsnelheid tot 9.600 bps en
schakelt het ontvangen van
kleurenfaxen en ECM uit, behalve
voor het verzenden van
kleurenfaxen. Gebruik deze instelling
alleen indien nodig, bijvoorbeeld als u
vaak storing op de telefoonlijn hebt.
Om de compatibiliteit met de meeste
VoIP-voorzieningen te verbeteren,
raadt Brother aan de instelling bij
Compatibel te wijzigen in [Basic
(voor VoIP)].
• [Normaal] stelt de modemsnelheid
in op 14.400 bps.
3
Druk op
.
• VoIP (Voice over IP) is een
telefoonsysteem dat gebruikmaakt van
een internetverbinding in plaats van
een traditionele telefoonlijn.
25