Om de optie [Scaninstellingen] te
kunnen gebruiken, moet ControlCenter
geïnstalleerd zijn op een computer die op
de machine is aangesloten.
6
Selecteer de scaninstellingen die u wilt
wijzigen en druk vervolgens op [OK].
• [Scantype]
Hiermee selecteert u het scantype
voor uw document.
• [Resolutie]
Selecteer de scanresolutie voor uw
document.
• [Bestandstype]
Hiermee selecteert u de
bestandsindeling voor uw document.
• [Scanformaat]
Kies het scanformaat voor uw
document.
• [Achtergr.kleur
verwijderen]
Hiermee kunt u instellen hoeveel
achtergrondkleur moet worden
verwijderd.
7
Druk op [Start].
De machine begint met scannen. Als u
de glasplaat van de machine gebruikt,
volgt u de instructies op het LCD-
scherm om de scanopdracht te
voltooien.
23