Inhoudsopgave
Advertenties
5 Samenwerking tussen toestellen van verschillende producenten in een Z-Wave
netwerk
Z-Wave laat toe om toestellen van verschillende producenten te integreren, die kunnen samenwerken in
verschillende groepen voor verlichting, verwarming, domotica enz. Z-Wavetoestellen werken in het netwerk als versterkers
waardoor het bereik van de radiocommunicatie wordt vergroot. Hoe meer toestellen in het netwerk, hoe zekerder de werking
van de toestellen in het netwerk en hoe meer hun werking bestand is tegen storingen.
6 Een ZWS servomotor toevoegen aan een netwerk dat door een bedieningsapparaat
van een andere producent wordt bediend
Start de "INCLUDE" procedure met het bedieningsapparaat van het bestaande netwerk en druk daarna op de
knop "Programmeren" op de ZWS servomotor die u aan het netwerk wilt toevoegen.
Opgelet: Informatie over hoe de functies "INCLUDE" en "ASSOCIATE" kunnen worden opgestart en uitgevoerd met
behulp van bedieningsapparaten van andere producenten, vindt u in de handleidingen van deze apparaten.
7 Reset (terugkeer naar de fabrieksinstellingen)
Soms kan het nodig zijn om de ZWS servomotor te resetten naar de fabrieksinstellingen en om alle informatie
over het netwerk waarin het toestel werkte te verwijderen. Hiervoor is eender welk basisbedieningsapparaat nodig (dat
INCLUDE, EXCLUDE kan opstarten). Voor de ZWS servomotor is de functie "RESET" dezelfde als de functie
"EXCLUDE".
Opgelet: De ZWS servomotor geeft de terugkeer naar de fabrieksinstellingen aan, de netwerkstatusdiode brandt
constant (LED 2 figuur 1).
8 Speciale functies – PROTECTION, ASSOCIATION, ALL ON, ALL OFF, SECURITY
8.1
"PROTECTION"
Dit is een functie die de servomotor beveiligt tegen onopzettelijk inschakelen, bv. door kinderen. Met een
bedieningsapparaat voorzien van deze functie kunnen er drie beveiligingsniveaus worden ingesteld.
I. Unprotected (onbeveiligd) – de servomotor kan zowel handmatig als via radiocommunicatie worden bediend.
II. Protection by sequence (sequentiebeveiliging) – als de programmeerknop wordt ingedrukt, kan de servomotor
gedurende 30 seconden handmatig worden bediend. Deze stand wordt aangegeven door een knipperende
netwerkstatusdiode. Bediening op afstand is mogelijk.
III. No operation possible (bediening niet mogelijk) – de bediening van de servomotor is lokaal geblokkeerd tot de
veiligheidsstatus wordt gewijzigd. Deze stand wordt aangegeven door een knipperende netwerkstatusdiode. Bediening op
afstand is mogelijk.
Opgelet: Informatie over hoe de functie „PROTECTION" kan worden opgestart en uitgevoerd met behulp van
bedieningsapparaten van andere producenten, vindt u in de handleidingen van deze apparaten.
8.2
"ASSOCIATION"
Een ZWS servomotor die gemonteerd is op een Electro Z-Wave venster kan het commando "Sluiten" naar andere
servomotoren in het netwerk sturen. Om deze verbinding mogelijk te maken, moet met behulp van het bedieningsapparaat de functie
"ASSAIN A ROUTE" worden ingeschakeld.
Hieronder vindt u de standaardprocedure (voorbeeld), die echter lichtjes kan verschillen voor toestellen van andere
producenten.
Start met behulp van het bedieningsapparaat de procedure "ASSAIN A ROUTE" op. Druk daarna op de programmeerknop op het
toestel dat moet worden bestuurd (bv. zonder regensensor). Druk daarna op de programmeerknop op de servomotor die het
commando sluiten moet uitsturen.
Opgelet: Informatie over hoe de functie "ASSAIN A ROUTE" kan worden opgestart met behulp van apparaten van andere
producenten, vindt u in de handleidingen van deze apparaten. Een servomotor die als SECURE (gecodeerde
transmissie) toegevoegd is aan een netwerk, kan als het regent het commando sluiten zowel naar andere SECURE
toestellen als naar NON-SECURE toestellen doorsturen.
8.3
"All ON or All OFF"
U kunt instellen of de servomotor de commando's "Alles sluiten" of "Alles openen" moet opvolgen.
Opgelet: Richtlijnen over hoe u de functies "Alles sluiten" en "Alles openen" kunt instellen, vindt u in de handleidingen van
de toestellen in kwestie.
8.4
"SECURITY"
De servomotor ZWS biedt de mogelijkheid om gebruik te maken van een gecodeerde transmissie van commando's.
Codering garandeert extra veiligheid van de transmissie tussen verschillende toestellen in het netwerk.
Opgelet: Om gebruik te maken van de mogelijkheid om de transmissie in het netwerk te coderen, zijn andere toestellen (in het
bijzonder bedieningsapparaten) nodig die in deze mogelijkheid voorzien. Een servomotor die als SECURE aan het
netwerk is toegevoegd, zal niet kunnen worden bediend door een ander bedieningsapparaat dat geen gecodeerde
transmissie kan bedienen.
12.09.03 NC814-NL
6/8
©2012, FAKRO
Advertenties
Inhoudsopgave
