5. Beschrijving van het apparaat
1 Display
2 MODE/MEM-toets
3
-toets
4 LIGHT/SET-toets
5 SCAN-toets
6 Koortsindicator
7 Meetsensor
8 Deksel batterijvak
Toetsen
Functies
MODE Instellen van de meetmodus.
MODE/MEM
MEM
LIGHT
LIGHT/SET
SET
Apparaat in-/uitschakelen.
SCAN
Temperatuurmeting starten.
7
Weergeven van de opgeslagen meetwaarden.
Handmatig inschakelen van de verlichting van het display.
Instellen van de basisfuncties.
1
2
5
6
12
3
4
8