2. INSTELLINGEN VAN DE PRINTER
2.4 Aansluiten van de
kabels
Parallele poort (optie)
USB poort
LAN poort
USB Host poort
(optie)
NEDERLANDSTALIGE VERSIE EO1-33114
De onderstaande paragrafen geven een overzicht van de aansluitings-
mogelijkheden van de printer met een host computer en andere
periferieën. Afhankelijk van de systeemconfiguratie die u gebruikt voor
het printen van etiketten zijn er 5 mogelijkheden om de printer met een
host computer aan te sluiten. Hieronder vindt u deze 5 mogelijkheden:
Een Ethernet aansluiting door middel van de LAN verbinding.
Een USB kabelaansluiting tussen de USB aansluiting van de
printer en de USB poort van de host computer (overeenkomstig
met USB 2.0).
Een seriële kabelaansluiting tussen de RS-232C seriële aansluiting
bij de printer en één van de COM poorten van de host computer.
Een parallelle kabelaansluiting tussen de parallelle poort van de
printer en de parallelle poort van de host computer (LPT).
E2-15
2.5 De printer aan- en afzetten ON/OFF
Seriële poort
Expansion I/O (optie)
Netvoedingsingang