SC HO ORSTEENA ANSLU ITI NG, ROTER EN DE VO ET
Om een optimale werking van de roterende voet van de kachel te verkrijgen, is het belangrijk dat de montage zorgvuldig door getrainde
monteurs wordt gedaan. Wij raden de volgende montagemethode aan:
Oplossing met kniestuk voor een gemetselde schoorsteen (Fig. 1):
1.
Plaats de kachel op de gewenste plaats op de ondergrond, om te garanderen dat de markering voor de wandbussen correct is.
2.
Monteer de aansluitkraag (A) op de kachel.
3.
Plaats het bijgeleverde multiplexplaatje (B) in het rookkanaal in de onderkant van de afgedraaide aansluitkraag. Zet hem loodrecht tegen
de muur in de ruimte waar de kachel geplaatst wordt. (Het kruisfineerplaatje wordt niet verwijderd. Hij wordt bij de eerste keer stoken
verbrand.)
4.
Plaats het kniestuk (C) in de aansluitkraag.
5.
Plaats de kachel tijdelijk ca. 90mm verder weg van de muur/schoorsteen dan de eigenlijke plaats waar de kachel moet komen, zodat het
kniestuk op de muur/schoorsteen rust. Het is belangrijk dat het kniestuk loodrecht/waterpas staat (in verhouding tot de muur). Markeer
de omtrek van de pijp op de muur/schoorsteen.
6.
Verplaats het kniestuk en de kachel.
7.
Maak een gat in de muur/schoorsteen, zodat de bijgeleverde wandbus (D) erin past.
8.
Plaats de kachel, wandbus en het kniestuk met rand (E) in de juiste positie.
9.
Stel alles zo af, dat de kachel en het kniestuk loodrecht en waterpas zijn.
10.
Zet de wandbus vast.
11.
Draai de vier schroeven (F) in de wandbus lichtjes vast en druk de drie clips (G) tussen de wandbus en het kniestuk.
12.
Controleer de opstelling.
13.
Zet de wandbus vast.
14.
Na het harden worden de 4 schroeven in de wandbus aangedraaid, zodat het kniestuk vast zit.
15.
De rand kan op zijn plaats tegen de muur worden gedrukt.
Stalen schoorsteen met bovenuitgang (Fig.2):
1.
Plaats de kachel op de gewenste plaats op de ondergrond.
2.
Monteer de aansluitkraag (H) op de kachel.
3.
Plaats het bijgeleverde multiplexplaatje (I) in het rookkanaal in de onderkant van de aansluitkraag.
4.
Plaats de niet geïsoleerde startsectie (J) in het rookkanaal.
5.
Plaats de plafondplaat met geleider (K) boven op de startsectie en plaats het eerste geïsoleerde schoorsteendeel (L), dat door het plafond
gaat.
6.
De plafondplaat met geleider wordt gespannen zodat hij de schoorsteen houdt/draagt.
7.
De niet geïsoleerde startsectie wordt op het eerste schoorsteendeel bevestigd/geschroefd met 4 popnagels of zelftappende schroeven.
8.
De rest van de schoorsteen wordt gemonteerd.
De schoorsteen hangt alleen in het plafond, dus er moet een plafondplaat met geleider of drager in de dakconstructie gebruikt worden.
De kachel zal voordat de eerste keer branden heeft plaats gevonden en het multiplexplaatje verbrand is een beetje traag werken tijdens de
draaifunctie.
11