Gebruikershandleiding
Afdrukken
Afdrukken via het bedieningspaneel
U kunt gegevens die opgeslagen zijn op een geheugenapparaat, zoals een USB-flashdrive, rechtstreeks afdrukken.
1. Laad papier in de printer.
2. Voer een geheugenapparaat in de externe interface USB-poort van de printer.
3. Ga naar de modus Geheug. app. via het hoofdscherm.
4. Selecteer een bestandsindeling.
Opmerking:
Als er meer dan 999 beelden op uw geheugenapparaat staan, worden de beelden automatisch in groepen verdeeld en
wordt het groepselectiescherm weergegeven. Selecteer de groep die het bestand bevat dat u wenst af te drukken.
Afbeeldingen worden gesorteerd op opnamedatum. Om een andere groep te selecteren, selecteer Opties > Selecteer
groep.
5. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
6. Voer het aantal afdrukken in d.m.v. het cijferklavier.
7. Druk op Instel. en configureer hier de afdrukinstellingen.
Opmerking:
Als u JPEG selecteert als bestandsindeling kunt u de afbeelding bijstellen. Druk op Aanpassingen. U kunt ook meer
afbeeldingen toevoegen. Druk op de toets
x
8. Druk op de knop
.
Gerelateerde informatie
"Papier in de Papiercassette laden" op pagina 45
&
"Papier in de Papiertoevoer achter laden" op pagina 47
&
"Namen en functies van onderdelen" op pagina 18
&
"Modus Geheug. app." op pagina 28
&
Afdrukken vanaf een computer
Als u bepaalde printerdriverinstellingen niet kunt wijzigen, dan zijn deze mogelijk geblokkeerd door de beheerder.
Neem voor assistentie contact op met uw printerbeheerder.
Afdrukken
y
of veeg horizontaal over het scherm om de afbeelding te selecteren.
56