Gebruikershandleiding
Menu
Instellingen en verduidelijkingen
Resolutie
Selecteer de scanresolutie.
Scangebied
Selecteer het scangebied.
Autom.bijsn.: Verwijdert witte ruimte rond een tekst of afbeelding tijdens het scannen.
Max. gebied: Scant het maximale scanoppervlak van het scannerglasplaat or de ADF.
Dubbelzijdig
Scant beide zijden van het origineel. Als u dubbelzijdig scant, selecteer dan Bindrichting en
selecteer dan de bindpositie van het origineel.
Documenttype
Selecteer het type van uw origineel.
Densiteit
Selecteer het contrast van het gescande beeld.
Documentstand
Selecteer de orientatie van uw origineel.
Compressiever.
Selecteer de compressiegrootte van het gescande beeld.
PDF-instellingen
Als u PDF selecteerde als bestandstype, gebruik dan deze instellingen om PDF-bestanden te
beveiligen.
Wachtw. doc.openen: Creëert een PDF-bestand waarvoor een wachtwoord vereist is om het te
openen.
Wachtw. machtigingen: Creëert een PDF-bestand waarvoor een wachtwoord vereist is om het af te
drukken of te bewerken.
Max. grootte
Selecteer de maximale bestandsgrootte die aan het e-mailbericht kan worden toegevoegd.
bijlage
Modus Fax
In het startscherm selecteert u Fax > Menu. U kunt bepaalde instellingen rechtstreeks openen via het Fax scherm.
Menu
Instellingen en verduidelijkingen
Inst.faxverzending
Resolutie
Densiteit
Documentgr. (glas)
ADF dubbelzijdig
Direct verzenden
Met prioriteit
sturen
Continuscan van
ADF
Rapport
transmissie
Basisprincipes van printer
Selecteer de resolutie van het uitgaande faxbericht.
Selecteer Foto voor originelen die zowel tekst als foto's bevatten.
Selecteer de dichtheid van het uitgaande faxbericht.
Selecteer het formaat en de oriëntatie van het origineel dat u op het
scannerglasplaat plaatste.
Als u een monochroom faxbericht zendt, worden beide zijden van het
origineel in de ADF gescand.
Raadpleeg de pagina's m.b.t. deze functies voor meer details.
Drukt na het verzenden van een fax automatisch een verzendrapport af.
Selecteer Bij fout afdrukken om alleen een rapport af te drukken als er een
fout optreedt.
27