4. Alarmen en storingen
4.1.
Weergave van alarmen en storingen
De storingen en alarmen worden op de volgende manier getoond:
Alarmen
Bij elk alarm is er:
een knipperende brandende gele LED « Algemeen alarm ».
In combinatie met deze LED, is er:
het verschijnen van een knipperend pictogram op het
LCD-scherm dat het circuit voorstelt waarop het alarm
betrekking heeft en de bijbehorende aanduiding,
indien aanwezig
(voorbeeld)
Storingen
Bij elke storing is er:
het uitvallen van het stroomaggregaat: direct of gedifferentieerd (wegens watertemperatuur en overbelasting of
kortsluiting)
een knipperend brandende rode LED « Algemene storing ».
In combinatie met deze LED, is er:
het verschijnen van een knipperend pictogram op het
LCD-scherm dat het circuit voorstelt waarop de
storing betrekking heeft en de bijbehorende
aanduiding, indien aanwezig
(voorbeeld)
Storingen hebben voorrang op alarmen. De storingen worden in aflopende volgorde van hun optreden weergegeven (van het meest
recent tot langer geleden).
weergave van een bericht op een grafisch scherm (voorbeeld)
FAULT
ALARM
Low Fuel Level
25/12/05
OK=HELP
weergave van een bericht op een grafisch scherm (voorbeeld)
FAULT
FAULT
Oil Pressure
25/12/05
OK=HELP
37 / 160
15:30
15:30