VII Inleiding stuurprogramma
Als het apparaat met succes op de computer is aangesloten, zal de afbeelding van het apparaat
op de stuurprogramma-interface worden weergegeven. Als de verbinding mislukt, start dan uw
computer of stuurprogramma opnieuw op. Er kunnen meerdere apparaten tegelijk worden
aangesloten, en er worden maximaal drie apparaten ondersteund. Nadat een van de apparaten is
omgeschakeld, kunnen door de gebruiker gedefinieerde instellingen worden gemaakt voor het
huidige apparaat, en de instellingen werken alleen voor het momenteel geselecteerde apparaat.
Instellingen opslaan:
Klik op de "OK"-knop aan de linkerkant van de stuurprogramma-interface om de instellingen op
te slaan na het wijzigen van de configuratie; anders zullen de gewijzigde instellingen alleen
werken voor het huidige gebruik.
i Werkbereik
a. Scherm
Als er meerdere monitoren in de kopieermodus worden gebruikt, wordt het werkbereik van het
apparaat aan alle monitoren toegewezen. Als de pen in het werkbereik wordt bewogen, beweegt
de cursor op alle beeldschermen tegelijk. Indien meerdere monitoren worden gebruikt in de
uitgebreide modus, selecteert u op de interface van het stuurprogramma op welke monitor het
werkbereik van het apparaat wordt toegewezen.
8