3. Bereik instellen: Gebruik de stylus om op de positie "linkerbovenhoek" en de positie
"rechterbenedenhoek" op de pentablet te klikken om het werkbereik van het apparaat te
selecteren.
4. Aanpassen: Voer de coö rdinaten in de bijbehorende invoervelden onder X, Y, W en H
handmatig in om de grootte van het werkbereik van het apparaat te bepalen. Of gebruik de
"digitale pen" om het pictogram van het apparaat op de stuurprogrammapoort te slepen om
de grootte van het werkbereik in te stellen.
Rotatie-instellingen:
U kunt het apparaat instellen op 0° , 90° , 180° & 270° . Na het instellen moet u ook nog het
apparaat in de desbetreffende richting roteren.
Roteren met 180° betekent wisselen naar de linkerhandmodus.
ii Toepassing
Pas de functies van alle toetsen aan en pas de druk aan voor verschillende toepassingen op het
huidige apparaat. Wanneer tussen verschillende toepassingen wordt geschakeld, wordt de
bestuurder automatisch geï dentificeerd. Nadat alle toepassingen zijn geselecteerd, werkt de
functie voor alle toepassingen. Klik op een enkele toepassing en de functie zal alleen werken voor
de huidig geselecteerde toepassing.
1. Klik op "+" rechtsboven de toepassingsbalk om de interface voor het selecteren van de
toepassing te openen.
10