3
Plaats twee AA-batterijen met de contacten in de juiste
richting.
4
Plaats het batterijdeksel over de batterijen en duw het
omlaag totdat beide zijden op hun plaats klikken.
Het voetpedaal koppelen
Het voetpedaal is in de fabriek gekoppeld aan de trollingmotor,
maar mogelijk moet u deze opnieuw koppelen als de verbinding
verbroken is.
1
Schakel de trollingmotor in.
2
Druk drie keer op
op het paneel van de trollingmotor om de
koppelmodus te activeren.
op het paneel van de trollingmotor brandt blauw als er een
verbinding wordt gezocht.
3
Zorg dat het voetpedaal zich op minder dan 1 m (3 ft.)
afstand van het scherm op de trollingmotor bevindt.
4
Sluit het voetpedaal aan op de voeding met de
voedingskabel of plaats batterijen om het in te schakelen.
5
Houd binnen 30 seconden na het intrappen van het pedaal
ingedrukt totdat de status-LED op het voetpedaal blauw
brandt.
6
Laat
los.
De status-LED op het voetpedaal brandt blauw als er een
verbinding wordt gezocht en gaat vervolgens uit als er een
verbinding met de trollingmotor is vastgesteld.
op het paneel van de trollingmotor wordt groen als de
verbinding is gemaakt.
Statusindicator
Het lampje op het voetpedaal geeft de status van het voetpedaal
aan.
Brandt groen
Het voetpedaal wordt ingeschakeld.
Brandt blauw
Het voetpedaal is bezig met koppelen. Het lampje
gaat uit wanneer er verbinding wordt gemaakt met
de trollingmotor of wanneer er een time-out optreedt
bij het koppelingsproces zonder verbinding te
maken.
Knippert groen
Het voetpedaal is verbonden met de trollingmotor
wanneer u op
en verzendt een opdracht voor de ingedrukte knop.
een knop drukt
Knippert rood
Het voetpedaal is niet verbonden met de trolling-
wanneer u op
motor.
een knop drukt
Uit
Het lampje gaat uit wanneer het pedaal met de trol-
lingmotor verbonden is en geen opdrachten
verzendt. Dit verlengt de levensduur van de batterij.
Bediening
U kunt de trollingmotor bedienen met de afstandsbediening, het
voetpedaal, een compatibele Garmin kaartplotter of een
combinatie van deze toestellen.
Bediening
In het algemeen gelden de meeste instructies voor de
afstandsbediening ook voor een aangesloten kaartplotter.
Raadpleeg de meest recente gebruikershandleiding van uw
kaartplotter voor specifieke instructies voor de kaartplotter.
OPMERKING: Sommige functies die beschikbaar zijn wanneer
u de afstandsbediening en de kaartplotter gebruikt, zijn niet
beschikbaar wanneer u alleen het voetpedaal gebruikt.
De schroef in- en uitschakelen
WAARSCHUWING
Gebruik de motor niet in gebieden waar u of andere mensen in
het water in contact kunnen komen met de draaiende schroef.
1
Activeer indien nodig de trollingmotor
wanneer deze ingeklapt is, pagina
OPMERKING: De schroef kan niet worden ingeschakeld
wanneer de trollingmotor ingeklapt is.
2
Druk op de afstandsbediening of het voetpedaal op
schroef in te schakelen.
3
Druk op
om de schroef uit te schakelen.
De snelheid van de trollingmotor aanpassen
U kunt de snelheid van de trollingmotor aanpassen met de
afstandsbediening of het voetpedaal.
1
Druk indien nodig op
het pedaal om de handmatige modus te activeren.
2
Selecteer een optie:
• Druk op
en
op de afstandsbediening om de snelheid
van de motor te verhogen of te verlagen.
• Draai het snelheidswieltje op het voetpedaal van u af en
naar u toe om de snelheid van de motor te verhogen en te
verlagen.
Het veld PROP op de afstandsbediening en de balken op het
scherm geven de schroefsnelheid aan
pagina
1).
3
Schakel indien nodig de schroef in
uitschakelen, pagina
5).
De door u gekozen schroefsnelheid blijft behouden als de
schroef wordt uitgeschakeld of als u een andere functie van de
motor start, zoals de cruise control of de ankervergrendeling.
Schakelen naar volledige snelheid
1
Druk op de afstandsbediening op
De schroefsnelheid van de trollingmotor neemt snel toe tot de
maximale snelheid.
2
Druk op
om terug te keren naar het vorige scherm.
TIP: Als de snelheid maximaal is, kunt u op de
afstandsbediening op
langzaam te verlagen.
Uw snelheid behouden
Voordat u de functie cruise control kunt gebruiken, moet u de
trollingmotor kalibreren
(De trollingmotor kalibreren, pagina
De functie cruise control is een stuurautomaatfunctie die een
specifieke snelheid over de grond instelt en handhaaft, waarbij
de snelheid automatisch wordt aangepast aan veranderingen in
stroming en wind.
OPMERKING: U kunt de cruise-controlfunctie alleen
inschakelen met de afstandsbediening, maar u kunt de snelheid
en richting regelen met zowel de afstandsbediening als het
voetpedaal.
1
Druk op de afstandsbediening op
De cruise control is ingeschakeld voor de huidige snelheid.
2
Pas de snelheid indien nodig aan met behulp van de
afstandsbediening of het voetpedaal.
(De motor uitklappen
1).
op de afstandsbediening of stuur met
(Paneel trollingmotor,
(De schroef in- en
.
drukken om de schroefsnelheid
.
om de
2).
5