4 Veiligheidsrichtlijnen
4.1
Fundamentele veiligheidsrichtlijnen
Lees alle waarschuwingen en verwijzingen in deze gebrui-
kershandleiding volledig door voordat u de iets gebruikt.
Bewaar de gebruikershandleiding in de buurt van uw iets,
zodat u deze altijd kunt raadplegen.
Wanneer u uw iets aan derden doorgeet, dient u ook deze
gebruikershandleiding mee te geven.
4.2
Voor uw veiligheid
Draag altijd een geschikte ietshelm en draag
deze op de juiste manier.
Draag lichte of relecterende kleding, zodat an-
dere verkeersdeelnemers u tijdig opmerken.
Draag schoenen met een stevige en, indien mo-
gelijk, antislipzool.
Draag nauwsluitende beenkleding of gebruik
broekklemmen.
Draag beschermende kleding, zoals stevige
schoenen of handschoenen.
4.3
Informatie voor ouders en
opvoeders
Zorg ervoor dat uw kind weet hoe het in de
betrefende omgeving op een veilige en verant-
woordelijke manier met de iets omgaat.
Leg aan uw kind de bediening, werking en bij-
zonderheden van alle remmen uit. Belangrijke
informatie hierover vindt u in ¡ Hoofdstuk 21
„Rem, remhendels en remsystemen".
Als opvoeder bent u verantwoordelijk voor de
veiligheid van uw kind en eventuele schade die
het tijdens het ietsen kan veroorzaken. Zorg
daarom voor een goede technische staat van de
iets en pas de instellingen van de iets regelma-
tig aan de lichaamslengte van uw kind aan.
4.4
Veiligheid in het verkeer
Neem de toepasselijke verkeersregels in acht.
Fiets nooit zonder handen aan het stuur.
In sommige landen moeten kinderen onder een
bepaalde leetijd op de stoep ietsen en afstap-
pen als zij willen oversteken. Informeer naar de
toepasselijke regels in uw land.
Pas uw rijgedrag aan als de weg nat of glad is.
Rij langzamer en rem voorzichtig en tijdig aan-
gezien de remweg onder deze omstandigheden
langer is.
Pas uw snelheid aan het terrein en uw rijcapaci-
teiten aan.
U mag tijdens het ietsen geen muziek via een
koptelefoon beluisteren.
Gebruik tijdens het ietsen geen gsm.
Wanneer u buiten de verharde wegen ietst, dient
u voor ietsers vrijgegeven wegen/paden te ge-
bruiken.
I Algemene Gebruikershandleiding
7