13 INBEDRIJFSTELLING VAN HET APPARAAT
13.1 Ontstekingscontrole
•
Ontsteek
de
waakvlam
gebruikersinstructies
•
Controleer of de waakvlam blijft branden
•
Doof de waakvlam
13.2 Controle hoofdbrander
•
Ontsteek
de
waakvlam
gebruikersinstructies
•
Zet de hoofdbrander aan zoals beschreven in de
gebruikersinstructies
•
Controleer of de waakvlam soepel naar de hoofdbrander
steekt en of de hoofdbrander en waakvlam blijven branden
•
Doof het apparaat volledig
Drukcontrole
Het apparaat is vooraf ingesteld om de juiste warmtetoevoer
te geven, zoals vermeld in de technische details. Er is geen
verdere aanpassing nodig. Controleer altijd de inlaatdruk en
branderdruk.
•
Draai de gasklep op het apparaat dicht
•
Draai de schroef op het inlaatdruktestpunt op de gasklep
los en sluit een manometer met manometer aan
•
Controleer of de gemeten druk overeenkomt met de
voorgeschreven toevoerdruk
•
Voer de test uit wanneer het apparaat volledig brandt en
alleen de waakvlam brandt
•
Als de druk laag is, controleer dan of de gastoevoerleidingen
de juiste maat hebben
•
Als de druk te hoog is (meer dan 5 mbar), kan het apparaat
worden geïnstalleerd, maar moet contact worden
opgenomen met het gastoevoerbedrijf
•
Draai de schroef op het testpunt van de branderdruk op de
gasklep los en sluit een manometer aan
•
Controleer of de gemeten druk overeenkomt met de
technische details
•
De gemeten waarde moet binnen +/- 10% van de beschreven
waarde liggen. Is dit niet het geval, neem dan contact op
met de leverancier.
Opmerking:
na het controleren van de drukken en het
verwijderen van de manometers, moeten de schroeven in de
druktestpunten worden gesloten en moet het systeem worden
gecontroleerd op gasdichtheid.
Opmerking:
Gebruik bij het vervangen van onderdelen alleen
origineel gespecificeerde onderdelen.
I N STA L L AT I E H A N D L E I D I N G
zoals
beschreven
in
de
zoals
beschreven
in
de
1 9
14 ONDERHOUD
Schakel het apparaat iten sluit de gastoevoer af. Zorg ervoor dat
het apparaat volledig koud is voordat u probeert het apparaat te
repareren. Element4 kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
letsel veroorzaakt door verbranding of uitbrander door een heet
apparaat.
Hieronder vindt u een voorgestelde procedure voor onderhoud.
•
Verwijder vensters volgens de stappen in hoofdstuk 10.
•
Verwijder voorzichtig de keramische componenten
(inclusief Embers) of Gravels
•
Gebruik een stofzuiger om de bovenkant van de branders
en het rooster schoon te maken
•
Verwijder rooster
•
Gebruik een stofzuiger om de brander volledig schoon te
maken
•
De Pilot Assembly is duidelijk zichtbaar. Gebruik de
stofzuiger en een zachte borstel om de waakvlam te
reinigen. Wijzig of buig het thermokoppel nooit
•
Schakel de gastoevoer in en controleer op lekken, controleer
de branders en de Pilot op goede staat en werking
•
Vervang rooster
•
Vervang de Firebed-arrangementen
•
Vervang de raamconstructie en sierlijsten
•
Controleer het schoorsteensysteem en de terminal en zorg
ervoor dat de terminalontluchting volledig vrij is
•
Steek het apparaat aan en test de insteldrukken
•
Controleer de veilige werking van het apparaat
14.1 Het keramiek schoonmaken
Verwijder het keramiek zoals beschreven in
Reinig het keramiek voorzichtig in de open lucht met een zachte
borstel en een stofzuiger. Vervang waar nodig beschadigde
componenten. Sluit kapot keramiek af in plastic zakken en gooi
het op de juiste afvalstortplaatsen. Bij gebruik van een stofzuiger
wordt aanbevolen om er een met een HEPA-filtersysteem te
gebruiken.
Plaats het decoratiemateriaal opnieuw, sluit het apparaat
opnieuw af en controleer de veilige werking van het apparaat.
14.2 Onderhoud van de branders
Verwijder de brander zoals beschreven in 1 tot 3 hierboven.
De waakvlam is nu duidelijk zichtbaar. Deze kan, inclusief het
thermokoppel, worden vervangen/onderhouden door de
waakvlam uit de bevestiging te halen. Dit wordt gedaan door de
twee schroeven te verwijderen. De fittingen aan de onderzijde
van de waakvlam kunnen indien nodig losgemaakt worden met
een 10 mm moersleutel.
Om toegang te krijgen tot de injectoren, moet de brander
worden verwijderd. Dit wordt gedaan door de vier bouten
(M5, inbussleutel van 8 mm) te verwijderen. Hierna kan de
branderbasis omhoog worden gebracht en zijn de injectoren
gemakkelijk toegankelijk.
HOOFDSTUK 10.