– recht, met voldoende draagkracht, bestand tegen water, droog en
bestand tegen hoge temperaturen
– groot genoeg om probleemloos met het apparaat te werken
– goed bereikbaar
– goede ventilatie.
•
Houd voldoende afstand tot de randen van de tafel. Het apparaat kan kantelen
en vallen.
•
Het apparaat kan tijdens gebruik niet in een kast worden geplaatst.
•
Installeer voor optimale prestaties de koffiemachine op een plaats waar de
volgende waarden niet worden overschreden:
– Maximaal toegestane waterinlaatdruk: 600 kPa (6 bar)
– Minimaal toegestane waterinlaatdruk: 200 kPa (2 bar)
– Watertoevoertemperatuur max.: 40 ºC
– Omgevingstemperatuur tussen +10 ºC (min.) en +40 ºC (max.).
•
Plaats de koffiemachine op een vlakke ondergrond.
•
Stel de pootjes zo af dat bij het bereiden van een espresso alle kopjes
NL
gelijkmatig verdeeld zijn.
Afb. 3
14 / 40
Installatie en bediening
•
Het montageoppervlak moet zich
minimaal 110 cm boven de vloer
bevinden.
•
Er moet voldoende ruimte boven en
achter het apparaat worden gelaten om
onbelemmerd onderhoud en reiniging
uit te voeren.
•
Voor voldoende luchtcirculatie dient er
een vrije ruimte van 30 cm boven het
apparaat en 10 cm achter het apparaat
te zijn.
190160