Inhoudsopgave
Advertenties
SMA Solar Technology AG
Levensgevaar door elektrische schokken bij onjuist aansluiten van de ontvanger voor
rimpelspanning
Als de ontvanger voor rimpelspanning niet correct wordt aangesloten, kan er netspanning op de behuizing van de
omvormer komen te staan. Het aanraken van een onder spanning staande behuizing leidt tot dodelijk of
levensgevaarlijk letsel als gevolg van een elektrische schok.
• Sluit de aders van de aansluitkabel niet aan op de fasedraden van de ontvanger voor rimpelspanning.
• Verzeker u er bij het aansluiten van dat er geen brug in de ontvanger voor rimpelspanning is gebruikt.
Werkwijze:
1. Sluit de aansluitkabel aan op de ontvanger voor rimpelspanning (zie handleiding van de fabrikant). Kort daarbij
de niet benodigde aders tot aan de kabelmantel in en noteer de kleuren van de benodigde aders.
2. Sluit de aansluitkabel aan de 4-polige stekker aan. Daarvoor de leidinginvoeren identificeren die afhankelijk van
de ontvanger voor rimpelspanning en de pinconfiguratie van de aansluiting INPUT nodig zijn voor de aansluiting
van de aansluitkabel. Houd er daarbij rekening mee dat de spanningsvoorziening (24 V) slechts 1 keer hoeft te
worden aangesloten.
3. Ontgrendel de benodigde leidinginvoeren met een schroevendraaier en steek de aders in de leidinginvoeren. Let
daarbij op de toewijzing van de genoteerde aderkleuren op de pinconfiguratie bij de aansluiting INPUT.
4. Steek de 4-polige stekker in de gewenste pinrij van aansluiting INPUT.
5. Voer indien nodig overige aansluiting op de module uit (zie hoofdstuk 6.4.2, pagina 15).
6. Wanneer geen verdere aansluiting op de module zijn gewenst, de omvormer sluiten en in bedrijf stellen (zie
handleiding van de omvormer).
7. Configureer de digitale ingangen via de installatie-assistent van de gebruikersinterface van de omvormer
(informatie over het aanmelden op de gebruikersinterface en over het starten van de installatie-assistent: zie
handleiding van de omvormer).
6.4.2
Gebruiken van het signaal van de ontvanger voor rimpelspanning voor
andere omvormers
U kunt het signaal van 1 ontvanger voor rimpelspanning voor maximaal 12 omvormers gebruiken. Daarvoor moet u
slechts één van de omvormers binnen de installatie met de module uitrusten. Deze omvormer stuurt de signalen van de
ontvanger voor rimpelspanning per communicatiesignaal via LAN of WLAN door naar de overige omvormers van de
installatie. Daarvoor moeten alle omvormers zich in hetzelfde lokale netwerk bevinden en over hetzelfde
installatiewachtwoord beschikken.
6.5
Aansluiting van het multifunctionele relais
6.5.1
Aansluiting op het multifunctionele relais
Bedrijfsmodi en aansluitvarianten
De bedrijfsmodi en aansluitvarianten van het multifunctionele relais op de module zijn identiek aan de
bedrijfsmodi en aansluitvarianten van het multifunctioneel relais op de communicatiemodule van de omvormer.
Zie handleiding van de omvormer op www.SMA-Solar.com voor meer informatie.
Voorwaarden:
• U moet de aansluitvariant afhankelijk van de gewenste functie van het multifunctioneel relais hebben gekozen (zie
handleiding van de omvormer).
• De contactors moeten technisch geschikt zijn voor de aansluiting op het multifunctionele relais (zie hoofdstuk 8,
pagina 20).
Installatiehandleiding
GEVAAR
6 Aansluiting
MD-IO-40-IA-nl-12
15
Advertenties
Inhoudsopgave
