7.2.2
Stoppen
Het stoppen in belaste toestand kan schade veroorzaken aan het aggregaat.
Bij het uit de stand AUTO halen van het aggregaat kunnen zich twee situaties voordoen:
• De motor van het aggregaat draait. Er wordt een extern stuursignaal aangeboden of de motor
draait nog na.
• De motor van het aggregaat draait niet. Er wordt geen extern stuursignaal meer aangeboden.
Bij draaiende motor:
Bij niet-draaiende motor:
1.
Schakel alle stroomverbruikers uit.
2.
Zorg dat er geen extern stuursignaal meer aangeboden kan worden aan het aggregaat.
3.
Open de toegangsdeur bediening.
4.
Wacht tot de motor volledig gestopt is en het display van de controller uitgaat.
Om bepaalde onderdelen te laten afkoelen, kan de motor nog een aantal minuten
nadraaien.
Bij onvoldoende nadraaitijd bestaat het gevaar van oververhitting en motorschade.
5.
Zet de hoofdschakelaar in stand OFF.
start bij stap 1
start bij stap 5
Bediening
50