7.1.2
Stoppen
Controleer, voordat het aggregaat gestopt wordt, of er niet elders gewerkt wordt aan de
aangesloten elektrische installatie.
1.
Schakel alle stroomverbruikers uit.
Het stoppen in belaste toestand kan schade veroorzaken aan het aggregaat.
2.
Open de toegansdeur bediening.
3.
Zet de hoofdschakelaar in stand OFF.
4.
Druk op de stopknop
Om bepaalde onderdelen te laten afkoelen, draait de motor nog een aantal minuten na.
• De nadraaitijd wordt weergegeven op het weergavescherm.
• Het nadraaien van de motor kan gestopt worden door tweemaal achter elkaar op de
stopknop te drukken.
Bij onvoldoende nadraaitijd bestaat het gevaar van oververhitting en motorschade.
op de controller.
Bediening
46