Mavic Air Gebruikershandleiding
De drone besturen
De joysticks op de afstandsbediening worden gebruikt voor het regelen van de oriëntatie van de drone (gieren),
voorwaarts/achterwaarts bewegen (hellen), hoogte (gasklep) en links/rechts bewegen (rollen). De functie die elke
joystickbeweging uitvoert, wordt bepaald door de gekozen joystickmodus. Er zijn drie voorgeprogrammeerde
modi (Modus 1, Modus 2 en Modus 3) beschikbaar en aangepaste modi kunnen worden gedefinieerd in de DJI
GO 4-app. De standaardmodus is Modus 2.
In elk van de drie voorgeprogrammeerde modi zweeft de Mavic Air met een constante oriëntatie op zijn plaats
wanneer beide joysticks gecentreerd zijn. De functies in onderstaande afbeelding worden uitgevoerd als een
joystick uit de middelste stand wordt geduwd.
Modus 1
Linkerjoystick
Modus 2
Linkerjoystick
Modus 3
Linkerjoystick
©
36
2018 DJI Alle rechten voorbehouden.
Vooruit
Achteruit
Linksaf
Rechtsaf
Omhoog
Omlaag
Linksaf
Rechtsaf
Vooruit
Achteruit
Links
Rechts
Rechterjoystick
Omhoog
Links
Rechterjoystick
Achteruit
Links
Rechterjoystick
Linksaf
Omlaag
Rechts
Vooruit
Rechts
Omhoog
Omlaag
Rechtsaf