Mavic Air Gebruikershandleiding
Landingsbeveiliging
Landingsbeveiliging wordt geactiveerd tijdens Smart RTH.
1. Wanneer de landingsbeveiliging bepaalt dat de grond geschikt is voor een landing, zal de Mavic Air
voorzichtig landen.
2. Wanneer de landingsbeveiliging bepaalt dat de grond niet geschikt is voor een landing, zal de Mavic Air
blijven stilhangen en op bevestiging van de piloot wachten.
3. Indien de landingsbeveiliging niet operationeel is, zal de DJI GO 4-app een landingsprompt weergeven
wanneer de Mavic Air tot onder 0,5 meter daalt. Trek de gashendel omlaag of gebruik de schuif voor
automatische landing om te landen.
Precisielanding
De Mavic Air scant tijdens Return-to-Home automatisch de terreinkenmerken onder de drone en probeert
overeenstemmende kenmerken te zoeken. Wanneer het huidige terrein overeenkomt met het terrein van
het Home Point (thuisbasis), begint de Mavic Air met landen. De DJI GO 4-app toont een prompt 'geen
overeenstemmend terrein' indien geen overeenstemmende kenmerken worden gevonden.
De prestatie van de precisielanding is onderhevig aan de volgende voorwaarden:
a. Het Home Point (thuisbasis) moet worden geregistreerd bij opstijging en mag niet worden
veranderd tijdens de vlucht, omdat de drone anders geen informatie heeft over de
terreinkenmerken van de thuisbasis.
b. Tijdens het opstijgen moet de drone 7 meter verticaal stijgen voordat hij horizontaal beweegt.
c. De terreinkenmerken van de thuisbasis moeten grotendeels ongewijzigd blijven.
d. De terreinkenmerken van de thuisbasis moeten voldoende onderscheidend zijn.
e. De lichtomstandigheden mogen niet te licht of te donker zijn.
Tijdens een precisielanding zijn de volgende acties beschikbaar:
a. Gashendel naar beneden om de landing te versnellen.
b. De joysticks in een andere richting bewegen om de precisielanding te stoppen. De Mavic Air landt
verticaal nadat de joysticks zijn losgelaten.
Vision Systems
De Mavic Air is uitgerust met systemen voor voorwaarts, achterwaarts en neerwaarts gericht zicht waarmee de
omgeving vóór en achter de drone constant wordt gescand op obstakels, waardoor botsingen kunnen worden
voorkomen door om of over obstakels heen te vliegen of door stil te hangen (als de lichtomstandigheden
toereikend zijn).
De belangrijkste onderdelen van deze Forward en Backward Vision Systems zijn vier camera's op de neus en
de achterzijde van de drone.
Het Downward Vision System helpt de drone zijn huidige positie te behouden. Met behulp van het Downward
Vision System kan je Mavic Air preciezer op zijn plaats stilhangen en binnen of in andere omgevingen vliegen
waar geen GPS-signaal beschikbaar is. De belangrijkste onderdelen van het Downward Vision System zijn twee
camera's en één 3D-infraroodmodule aan de onderzijde van de drone.
Systeem zicht naar voren
©
16
2018 DJI Alle rechten voorbehouden.
Vision System naar achteren
Systeem zicht naar beneden