1
x
Algemene veiligheidsmaatregelen
1.2.4 Elektrische installatie
● De elektrische installatie mag uitsluitend worden aangelegd
door elektrotechnisch deskundig personeel met inacht-
neming van de van toepassing zijnde elektrotechnische richt-
lijnen en de voorschriften van het energiebedrijf (EVU).
● Vergelijk voor het aansluiten van de stroomtoevoer de
netspanning op het typeplaatje van de CV-installatie (~230 V,
50 Hz) met de voedingsspanning.
● Voor werken aan onder stroom staande onderdelen, alle
stroomkringen van de installatie van de stroomvoeding
scheiden (externe hoofdschakelaar uitschakelen, zekering
scheiden) en tegen onbedoeld opnieuw inschakelen bevei-
ligen.
● De netaansluiting moet conform IEC 60335-1 via een schei-
dingsvoorziening worden gemaakt die de scheiding van
iedere pool met een contactopeningswijdte conform de
voorwaarden van overspanningscategorie III voor volle
scheiding heeft.
● Breng - na het voltooien van de werkzaamheden - toestelbe-
kleding en onderhoudsroosters onmiddellijk weer aan.
1.2.5 Werkzaamheden aan koelinstallaties
(warmtepomp)
De DAIKIN EKHHP heeft voor zijn functie fluor broeikasgas
nodig.
Voor werkzaamheden aan plaatsgebonden koelinstal-
laties (warmtepompen) en airconditioning-installaties is
voor Europa de goedkeuring van een deskundige
conform de F-gassenbepaling (EG) nr. 2015/2067
noodzakelijk.
– Tot 3 kg of 5 t CO
-equivalent totale vulhoeveelheid koude-
2
middel: deskundigheidsbewijs categorie II
– Vanaf 3 kg of 5 t CO
-equivalent totale vulhoeveelheid kou-
2
demiddel: deskundigheidsbewijs categorie I
● Draag altijd een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen.
● Zorg bij werkzaamheden aan het koelmiddelcircuit voor een
goede ventilatie van de werkplek.
● Voer nooit werkzaamheden aan het koelmiddelcircuit uit in
gesloten ruimten of werkputten.
● Laat koelmiddel niet met open vuur, gloeiende of hete
voorwerpen in aanraking komen.
● Koelmiddel nooit in de atmosfeer laten ontsnappen (hoge
druk op de uittredingszijde).
● Wanneer serviceslangen worden losgekoppeld van de
vulaansluitingen, de aansluitingen nooit in de richting van het
lichaam laten wijzen. Er kunnen nog resten koelmiddel
ontsnappen.
● Bij verdacht op een lekkage in het koudemiddelcircuit: Nooit
het koudemiddel met de geïntegreerde compressor terug-
pompen in het buitentoestel van de warmtepomp - zuig het
altijd met een hiervoor geschikt recyclingsapparaat af en
recycle het.
● Componenten en reserveonderdelen moeten aan de
minimale technische vereisten van de fabrikant beant-
woorden.
Installatie- en gebruiksaanwijzing
6
1.2.6 Eisen aan het drukloze boilerwater
Ter vermijding van corrosieproducten en afzettingen, de desbe-
treffende regels van de techniek in acht nemen.
Mininumvereisten voor de kwaliteit van vul- en aanvulwater:
– Waterhardheid (calcium en magnesium, berekend als cal-
ciumcarbonaat): ≤ 3 mmol/l
– Geleidbaarheid: ≤ 1500 (ideaal: ≤ 100) μS/cm
– Chloride: ≤ 250 mg/l
– Sulfaat: ≤ 250 mg/l
– pH-waarde: 6,5- 8,5
Bij vul- en aanvulwater dat zeer hard is (>3 mmol/l - som van
calcium- en magnesiumconcentraties, berekend als calciumcar-
bonaat) moeten er maatregelen voor onzilting, ontharding of sta-
bilisatie van de hardheid worden genomen. Bij andere van de mi-
nimum eisen afwijkende eigenschappen zijn er geschikte condi-
tioneringsmaatregelen noodzakelijk om aan de vereiste water-
kwaliteit te voldoen.
Het gebruik van vul- en aanvulwater dat niet aan de vermelde
kwaliteitsvereisten voldoet, kan een duidelijk verkorte levensduur
van het apparaat veroorzaken. Alleen de exploitant is hiervoor
verantwoordelijk.
Indien er een optionele externe verwarming via een rib-
belbuis-warmtewisselaar van de EKHHP500A*2V3 is
aangesloten gelden deze minimum eisen ook in het
geval van het vul- en aanvulwater van dit verwarmings-
circuit.
1.2.7 Aansluiting aan sanitairzijde
● Installeer de verwarmingsinstallatie in overeenstemming met
de veiligheidsvoorschriften van EN 12828.
● De wateraansluiting moet aan de eisen van EN 12897
voldoen. Bovendien moet acht worden geslagen op de
vereisten van
– EN 1717 – Bescherming van drinkwater tegen verontrei-
nigingen in drinkwaterinstallaties en de algemeen eisen
aan veiligheidsvoorziening ter voorkoming van verontrei-
niging van drinkwater door terugstromen (Protection
against pollution of potable water installations and general
requirements of devices to prevent pollution by backflow)
– EN 61770 – Elektrische toestellen verbonden met het
waterleidingnet - Voorkomen van terughevelen van niet-
drinkbaar water naar het net en het falen van slangstellen
(Electric appliances connected to the water mains –
Avoidance of backsiphonage and failure of hose-sets)
– EN 806 – Eisen voor drinkwaterinstallaties voor gebou-
wen (Specifications for installations inside buildings con-
veying water for human consumption)
– en aanvullend, de wetgeving in het land van gebruik.
In de watertoevoer naar de DAIKIN EKHHP moet een veilig-
heidsklep gemonteerd zijn. Tussen veiligheidsklep en DAIKIN
EKHHP mag zich geen afsluitarmatuur bevinden.
Eventueel vrijkomende stoom of water moeten met afvoerleiding
met geschikte en continue helling vorstveilig, gevaarloos en
zichtbaar afgevoerd kunnen worden.
Bij de werking van de DAIKIN EKHHP metaanvullende warm-
tebron, met name bij gebruik van aangesloten zonne-energie,
kan de boilertemperatuur de 60 °C overschrijden.
● Bij de installatie van de installatie moet daarom een
bescherming tegen brandwonden (mengvoorziening voor het
warmte water, bijv. VTA32) worden gemonteerd.
EKHHP_A2V3
DAIKIN Altherma R HW
008.1423499_10 – 09/2021 – NL