1
Algemene veiligheidsmaatregelen
1.1 Bijzondere veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING
Verwarmingsapparaten die niet op de juiste
manier zijn ingesteld en geïnstalleerd, kunnen
de werking van het verwarmingsapparaat na-
delig beïnvloeden en/of zwaar of fataal letsel
van de gebruiker veroorzaken.
● Werkzaamheden aan het apparaat (zoals
bijv. instelling, inspectie, aansluiting en
eerste ingebruikstelling) alleen door
personen laten uitvoeren, die geautoriseerd
zijn en voor de betreffende werkzaamheden
een, bevoegdheidstechnische of bedrijfs-
matige opleiding hebben genoten, evenals
aan een door een verantwoordelijke instantie
erkende vervolgopleiding hebben deelge-
nomen. Hiertoe behoren met name verwar-
mingsmonteurs, elektriciens en koelin-
stallatie/aircomonteurs, die op grond van
hun technische opleiding en hun kennis,
ervaring met de deskundige installatie en
onderhoud van verwarmings- en gasinstal-
laties, evenals met warmtepompen hebben
opgedaan.
EKHHP_A2V3
DAIKIN Altherma R HW
008.1423499_10 – 09/2021 – NL
1
x
Algemene veiligheidsmaatregelen
WAARSCHUWING
Het negeren van de volgende veiligheidsin-
structies kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel
of de dood.
● Dit apparaat mag enkel door kinderen van 8
jaar en ouder en personen met beperkte
fysieke, sensorische of mentale vaardig-
heden of een gebrek aan ervaring of kennis
worden gebruikt wanneer ze onder toezicht
staan of worden geïnformeerd over het
veilige gebruik van het apparaat en de daaruit
voortvloeiende gevaren begrijpen. Kinderen
mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud mogen niet door
kinderen zonder toezicht worden uitgevoerd.
● De netaansluiting moet conform IEC 60335-1
via een scheidingsvoorziening worden
gemaakt die de scheiding van elke pool met
een contactopeningswijdte conform de
voorwaarden van overspanningscategorie III
voor volle scheiding heeft.
● Alle elektrotechnische werkzaamheden
mogen alleen door elektrotechnisch gekwa-
lificeerd deskundig personeel met inacht-
neming van de plaatselijke en nationale
voorschriften en de instructies in deze
handleiding worden uitgevoerd.
Zorg ervoor dat er een geschikt stroomcircuit
wordt gebruikt.
Onvoldoende belastbaarheid van het
stroomcircuit of ondeskundig uitgevoerde
aansluitingen kunnen elektrische schokken
of brand veroorzaken.
● In het gebouw moet er een drukontlastings-
voorziening met een ingangsdruk van
kleiner dan als 0,6 MPa (6 bar) geïnstalleerd
worden. De hierop aangesloten afvoer-
leiding moet met een continue daling en een
vrije afloop in een vorstvrije omgeving
geïnstalleerd worden (zie hfst. 1.2.1, 1.2.7
en 3.4 (afb. 3-5)).
● Uit de afvoerleiding van de drukontlastings-
voorziening kan water druppelen. De afvoer-
opening moet naar de atmosfeer toe open
blijven.
Installatie- en gebruiksaanwijzing
3