Bedieningsring/diafragmaring/functiewieltje achterop
U kunt vaak gebruikte bedieningen en de instellingen direct wijzigen.
• U kunt het diafragma met de diafragmaring aanpassen. Draai rustig aan
de diafragmaring totdat deze met een hoorbare klik op zijn plaats klikt. (Het
diafragma kan worden ingesteld tussen [1.4] en [11].)
• Onderdelen die kunnen worden ingesteld met de bedieningsring/het
functiewieltje achterop, verschillen afhankelijk van de opnamemodi. Hieronder
staan de vooraf geregistreerde instellingen.
Modusknop
/
1
Wanneer handmatig scherpstellen wordt ingesteld, wordt de bedieningsring aan scherpstellen
toegewezen.
2
De bewerking is alleen mogelijk wanneer [Belicht.stand] is ingesteld op [S] of [M].
3
De bewerking is alleen mogelijk wanneer de Scene Guide-modus is ingesteld op [Artistieke
nachtopname].
●
U kunt de toegewezen bediening van de bedieningsring en het functiewieltje
achterop schakelen tussen [Ring/knop instellen] in het menu [Voorkeuze].
Raadpleeg "Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken (PDF-indeling)"
voor meer informatie.
Bedieningsring
Stapsgewijze zoom
Stapsgewijze zoom
Stapsgewijze zoom
Stapsgewijze zoom
Stapsgewijze zoom
Stapsgewijze zoom
Stapsgewijze zoom
Beeldeffecten veranderen
1
Basisbediening
Functiewieltje achterop
—
Programme Shift
—
Sluitertijdinstelling
Sluitertijdinstelling
Sluitertijdinstelling
Sluitertijdinstelling
—
SQT1386 (DUT)
2
3
21