Afstelling van de bedieningskabel
De vermogensbedieningshendel is door middel van een
enkelvoudige bedieningskabel verbonden met de hy-
draulische bedieningsklepspoel. Controleer de werking
van de vermogensbedieningshendel om er zeker van te
zijn dat deze soepel beweegt en terugkomt in de REM-
AAN positie. De vermogensbedieningshendel blijft staan
in de REM-UIT positie als deze in de "INKLIK" stand
wordt gezet. Kabelafstelling is niet nodig behalve voor
het verzekeren van de volledige spoelslag. Ga voor het
afstellen van de hendels, afgebeeld in de fi guren 14 and
15, als volgt te werk:
1.
Controleer dat de kabelsteun aan het liereinde van
de bedieningskabel goed vastzit aan de lierbehuiz-
ing.
2.
Controleer de positie van de hendel met de regelklep
in REM-AAN. De hendel moet ongeveer verticaal
staan. Als dit niet zo is, draai dan de moeren los
van de U-bout die de kabel op de hendelbehuizing
klemt. Verschuif de U-bout omhoog of omlaag door
de sleufgaten om de positie van de hendel te verbe-
teren. Draai de moeren goed vast.
Figuur 14 Bedieningskabelafstellingen
3.
Zet de hendel in de
KABEL-IN en REM-UIT posities
en controleer dat de hendel blijft staan in de REM-
UIT positie. Controleer of de hendel vrijblijft van de
behuizing in beide posities. Als dat niet zo is, herhaal
dan stap 2.
Onderhoud
2.
Vermogensbedieningshendel
4.
U-bout
5.
Vermogensbedieningskabel
6.
Borgmoer
35