Oververhittingsbeveiliging
Alle inductiespoelen en de koelelemen-
ten van de elektronica zijn voorzien van
een oververhittingsbeveiliging. Voordat
de inductiespoelen en/of de koelele-
menten oververhit raken, leidt de over-
verhittingsbeveiliging tot een van de
volgende reacties:
Inductiespoelen
– Een ingeschakelde Booster wordt uit-
geschakeld.
– De ingestelde vermogensstand wordt
verlaagd.
– De kookzone wordt automatisch uit-
geschakeld. In de timerindicatie knip-
peren en afwisselend.
U kunt de kookzone gewoon weer in
gebruik nemen als de foutmelding is
verdwenen.
Koelelement
– Een ingeschakelde Booster wordt uit-
geschakeld.
– De ingestelde vermogensstand wordt
verlaagd.
– De kookzones worden automatisch
uitgeschakeld.
Pas als het koelelement voldoende is
afgekoeld, kunt u de betreffende kook-
zones weer in gebruik nemen.
In de volgende gevallen kan de overver-
hittingsbeveiliging in werking treden:
– De pan op de kookzone is leeg.
– Vet of olie wordt op een hoge vermo-
gensstand verhit.
– De onderkant van de kookplaat is
niet voldoende geventileerd.
– Een hete kookzone wordt na een
stroomstoring weer ingeschakeld.
Reageert de oververhittingsbeveiliging
opnieuw nadat de oorzaak is weggeno-
men, neem dan contact op met Miele.
Beveiligingen
51