Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beschrijving Van Het Apparaat; Opbouw En Werkwijze Van De Kleine Transportaandrijvingen; Afstellen Van Het Trilsysteem; Grondslagen - AviteQ KF Series Bedrijfshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Bedrijfshandleiding voor AViTEQ-kleine transportaandrijvingen van de serie KF...
3
3.1
3.2

3.2.1 Grondslagen

© 2010 AViTEQ Vibrationstechnik GmbH

Beschrijving van het apparaat

Opbouw en werkwijze van de kleine transportaandrijving
Kleine transportaandrijvingen van AViTEQ dienen als aandrijving voor kleine
transportapparaten. Een klein transportapparaat bestaat daarbij minimaal uit de
volgende onderdelen:
• Kleine transportaandrijving
• Gebruiksapparaat (goot, leiding, rail etc.)
• Besturing
Bovendien kunnen toevoerorganen (bijv. trechters) zijn aangebracht.
De opbouw van een kleine transportaandrijving ziet u in de volgende afbeelding.
Afb. 3-1
Opbouw van een kleine transportaandrijving
De kleine transportaandrijving is een slingersysteem met twee gewichtseenheden en
bestaat onder andere uit de volgende hoofdonderdelen: draagplaat (2), bladveren (4),
elektromagneet (6) en onderstuk (3).
De elektromagneet (6) maakt een opwaarts gerichte, rechtlijnige slingerbeweging.
Het op de draagplaat (2) vastgeschroefde gebruiksapparaat (1) draagt de
slingerbewegingen over op het transportgoed. De draagplaat en het gebruiksapparaat
vormen hierbij één gewichtseenheid van het slingersysteem. Het onderstuk (3) vormt
het tegengewicht. De beide gewichten zijn door bladveren (4) aan elkaar verbonden.
Het slingersysteem wordt door rubberbuffers (5) ondersteund.
Elke spanningscyclus oefent trekkracht uit op de elektromagneet (6). Afhankelijk van
de grootte van de kleine transportaandrijving, werkt de aandrijving met 3.000 of
6.000 slingerbewegingen per minuut op een net van 50 Hz. De breedte van de
slingerbeweging, en daarmee de transportcapaciteit tijdens het gebruik, is instelbaar
van bijna 0 tot 100 % door de trillingsspanning te wijzigen via de bijbehorende fase-
aansnijdingsbesturing.

Afstellen van het trilsysteem

Trilaandrijvingen zijn veer-/massatrilsystemen, die gebruik maken van de resonantie
van het trilsysteem. Wanneer het systeem in werking wordt gezet, dan trilt deze,
afhankelijk van de isolatie-eigenschappen, met zijn eigenfrequentie net zolang totdat
deze langzaam verdwijnt.
Versie 01/2010
15
/ 38

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave