Blokkerende storingen
Het toestel is geblokkeerd. Bij deze storing dient de oorzaak ervan opgelost te worden, waarna het toestel vanzelf, dus
zonder dat de resettoets hoeft te worden ingedrukt, weer in bedrijf komt. Het drukken op de resettoets heeft bij deze
storingen geen effect. Sommige van deze storingen kunnen dan verdwijnen, maar komen soms regelmatig terug.
Indicatie
Storing
Te lage waterdruk
(37*)
Cv-aanvoer dubbel-
sensor fout.
Lampjes
knipperen
tegelijkertijd
(10*) (14*) (42*)
Tapwatersensor
fout.
(11*)
Bescherming
cv-wisselaar actief.
Lampjes
knipperen
afwisselend
(43*)
Geen of te weinig
drukverschil over
luchtdrukschakelaar.
(5*)
Vals vlamsignaal
(2*)
* Als de kamerthermostaat deze functie ondersteund, worden de bij de storing behorende storingscodes op het display
van de thermostaat weergegeven.
Elektrische weerstand van de sensoren
°C
°C
kOhm
kOhm
-5
42.3
30
8.1
0
32.2
35
6.5
5
26.3
40
5.3
10
19.9
45
4.4
15
15.9
50
3.6
20
12.5
55
3.0
25
10.0
60
2.5
Gegevens van de NTC-temperatuur-sensoren
(tolerantie ±2°C).
Mogelijke oorzaak
Te lage waterdruk in
cv-installatie. Zie manometer.
Defecte cv-drukschakelaar.
Sensor is defect of de
bedrading niet in orde.
Mogelijk geven de beide
sensoren te veel onderling
verschil.
Tapwatersensor sensor is
defect of de bedrading is niet
in orde.
Geen watercirculatie in het
cv-systeem.
Lucht in de cv-installatie.
Draait de ventilator?
Is het luchtdrukslangetje in
orde?
Is de bedrading naar de lucht-
drukschakelaar in orde?
Is de luchtdrukschakelaar in
orde?
Ondanks dat het groene
lampje brandt, is de brander
uit.
Is de print niet defect?
Elektrische weerstand van gasblokaansluitingen
°C
kOhm
65
2.1
70
1.8
75
1.5
80
1.3
90
0.9
95
0.8
100
0.7
Mogelijke oplossing
Breng de cv-installatie op min. 1 bar.
Controleer het expansievat
Controleer bij voldoende druk de cv-drukschakelaar
en vervang deze indien nodig.
Controleer de weerstanden van de sensor en de
bedrading.
Meet de 2 verschillende weerstanden en vervang
eventueel de sensor.
Zie tabel hieronder voor de weerstand.
Controleer de weerstand van de sensor en de
bedrading.
Zie tabel hieronder voor de weerstand.
Controleer of de pomp correct werkt en de automati-
sche vlotterontluchter op de pomp open staat.
Ontlucht de cv-installatie (zie blz. 8).
Zo niet, controleer de bedrading van de ventilator of
controleer de ventilator zelf. !
Controleer het slangetje op scheurtjes en correcte
aansluiting en druk op reset. Het slangetje dient op de
onderste aansluiting van de luchtdrukverschilschakelaar
aangesloten te zijn.
Controleer de aansluitingen op de luchtdrukschakelaar
en de print en druk op reset.
Controleer de luchtdrukschakelaar op juiste werking.
Zie 10.2.12, blz. 23.
Controleer de bedrading naar de ontsteek-elektrode,
Dit is echter normaal niet mogelijk.
Vervang eventueel de DBM01-print.
Bovenste 2 pennen:
weerstand = 1,65 kOhm
(tussen 1,4 en 1,9 kOhm)
Onderste 2 pennen:
weerstand = 2,85 kOhm
(tussen 2,5 en 3,2 kOhm)
LET OP! 230V.
27