Instellingen stuurautomaatversterking aanpassen
OPMERKING: Als u de roerversterking (Rudder Gain) of tegencorrectie
(Counter Gain) handmatig bijstelt, moet u relatief kleine aanpassingen
doorvoeren, en slechts één waarde per keer aanpassen. Test de wijziging voordat
u meer aanpassingen doet.
1. Schakel de geavanceerde configuratieprocedure in
2. Selecteer op de GHC 20 achtereenvolgens Menu > Setup > Dealer
Autopilot Configuration > Autopilot Tuning > Rudder Gains.
3. Selecteer een optie:
•
Selecteer Low Speed of High Speed en gebruik de pijlen op de GHC 20
om bij te stellen hoe nauwkeurig het roer de voorliggende koers
vasthoudt en bij een lage of hoge snelheid draait.
Als u een te hoge waarde instelt, kan de stuurautomaat overactief
worden en bij de geringste afwijking de koers gaan corrigeren. Een
overactieve stuurautomaat kan overmatige slijtage aan de aandrijfeenheid
veroorzaken en kan ertoe leiden dat de accu sneller leeg is dan normaal.
•
Selecteer Low Speed Counter of High Speed Counter om in te stellen
hoe nauwkeurig het roer het doorschieten bij het draaien corrigeert. Als u
deze waarde te hoog instelt, kan de stuurautomaat bij het corrigeren van
oorspronkelijke draai de boot opnieuw laten doorschieten bij het draaien.
4. Test de configuratie van de stuurautomaat.
5. Herhaal stap 2 en 3 tot de GHP 10 naar tevredenheid functioneert.
overbelasting van het eCu-aandrijvingscircuit voorkomen
Als u het foutbericht Error: ECU Drive Circuit Overload. See manual for tips
on reducing load krijgt, gebruik dan deze tips om overbelasting te voorkomen:
•
Zorg ervoor dat de juiste pomp correct is geïnstalleerd op uw boot.
•
Gebruik indien mogelijk hydraulische slangen met een grotere
binnendiameter op uw stuurinrichting.
•
Monteer de pomp dichter bij de cilinder om de lengte van de slangen zo kort
mogelijk te houden.
•
Voorkom onnodige hydraulische fittingen in de hydraulische aansluitingen.
•
Indien er tijdens de automatische afstemmingsprocedure overbelasting
optreedt, slaat u de procedure over en stemt u de stuurautomaat handmatig af.
•
Verhoog de roersnelheidsbegrenzer om de vloeistofwaarde te vertragen.
•
Verlaag de roerversterking om de pompactiviteit te beperken.
roersnelheidsbegrenzer aanpassen
Als het foutbericht Error: ECU Drive Circuit Overload. See manual for tips
on reducing load blijft verschijnen, moet u mogelijk de roersnelheidsbegrenzer
aanpassen.
OPMERKING: Voer aanpassingen van de roersnelheid alleen uit in het dok of
wanneer uw boot niet vaart.
OPMERKING: Als u de roersnelheidsbegrenzer aanpast, moet u de
automatische afstemmingsprocedure uitvoeren.
1. Schakel de geavanceerde configuratieprocedure in
2. Selecteer op de GHC 20 achtereenvolgens Menu > Setup > Dealer
Autopilot Configuration > Autopilot Tuning > Rudder Rate Limiter.
3. Selecteer Continue.
De stuurautomaat neemt de besturing van het roer over.
4. Gebruik de pijlen op de GHC 20 om de snelheid van de begrenzer in te
stellen.
•
0% is de standaardsnelheid voor de roersnelheidsbegrenzer.
•
Lagere waarden voor de roersnelheidsbegrenzer laten het roer sneller
bewegen tussen de rechterreling en de linkerrailing.
•
Lagere waarden voor de roersnelheidsbegrenzer verhogen de
vaarstroming.
•
Hogere waarden voor de roersnelheidsbegrenzer verlagen de
vaarstroming.
GHP 10 - Installatie-instructies
5. Selecteer Done.
6. Test de instellingen voor de roersnelheidsbegrenzer.
7. Herhaal de stappen 2-6 totdat de roersnelheidsbegrenzer naar tevredenheid
8. Voer de automatische afstemmingsprocedure uit.
(pagina
17).
Geavanceerde configuratieprocedure
Onder normale omstandigheden zijn geavanceerde configuratieopties niet
beschikbaar op de GHC 20. Om toegang te krijgen tot de geavanceerde
configuratie-instellingen van de GHP 10, moet u de geavanceerde
configuratieprocedure inschakelen.
De geavanceerde configuratieprocedure inschakelen
1. Selecteer in het scherm Heading achtereenvolgens Menu > Setup > System
2. Houd de middelste schermtoets
3. Druk op Back > Back.
Geavanceerde configuratie-instellingen
Via de GHC 20 kunt u de automatische configuratieprocedure (Autotune)
uitvoeren, het kompas kalibreren en het noorden instellen op de GHP 10 zonder
de wizards uit te voeren. U kunt ook elke instelling afzonderlijk maken, zonder de
configuratieprocedures te doorlopen.
De geautomatiseerde configuratieprocedures handmatig
uitvoeren
1. Schakel de geavanceerde configuratieprocedure in
2. Selecteer in het scherm Heading achtereenvolgens Menu > Setup > Dealer
3. Selecteer Autotune, Calibrate Compass of Set North.
4. Volg de instructies op het scherm
De Dockside en sea trial Wizards handmatig uitvoeren
Met de Dockside Wizard en de Sea Trial Wizard kunt u snel alle belangrijke
configuratie-instellingen definiëren voor de GHP 10. Nadat u de wizards
voor het eerst hebt uitgevoerd, kunt u ze altijd opnieuw uitvoeren als u meent
dat de GHP 10 niet naar behoren functioneert. Schakel de geavanceerde
(pagina
17).
configuratieprocedure in om de wizards te openen
Individuele configuratie-instellingen handmatig definiëren
1. Schakel de geavanceerde configuratieprocedure in
2. Selecteer in het scherm Heading achtereenvolgens Menu > Setup > Dealer
3. Selecteer de instellingscategorie.
4. Selecteer een instelling die u wilt configureren.
5. Configureer de waarde van de instelling.
OPMERKING: Bij het configureren van bepaalde instellingen in de
geavanceerde configuratieprocedure moet u wellicht ook andere instellingen
aanpassen. Lees het onderdeel met de configuratie-instellingen voor de GHP 10
(pagina
functioneert.
> System Information.
➊
Dealer Mode wordt weergegeven.
Als in het scherm Setup de optie Dealer Autopilot Configuration beschikbaar
is, is de geavanceerde configuratieprocedure ingeschakeld.
Autopilot Configuration > Automated Setup.
Autopilot Configuration.
Een beschrijving van elke instelling vindt u in de appendix
20) door voordat u instellingen gaat wijzigen.
gedurende 5 seconden ingedrukt.
➊
(pagina
17).
(pagina
14).
(pagina
17).
(pagina
17).
(pagina
20).
17