NurseCall Relay Unit
6
Onderhoud
6.1
Systeem controleren
Controleer of uw NurseCall systeem correct functioneert.
6.2
Voedingscontrole
Als de stroom uitvalt, laat de NurseCall Relay Unit een pieptoon horen en wordt de aanduiding
van de datum en tijd afwisselend met de volgende melding weergegeven:
Netvoeding
Niet in orde
De interne batterij zorgt ervoor dat de NurseCall Relay Unit blijft werken, zelfs in het geval van
een stroomstoring. Als de batterij volledig is opgeladen, wordt het systeem nog 24 uur van
stroom voorzien.
Zodra de stroomstoring verholpen is, wordt de batterij weer opgeladen. Als de batterij
helemaal leeg is, bereikt hij na 24 uur laadtijd weer zijn volledige capaciteit.
6.3
Bewaking van de back-upbatterij
De status van de batterij wordt weergeven in de rechterbovenhoek van het display.
CONTROLE
INTERNE BATT.
AANWIJZING!
Tijdens het opstarten wordt een automatische controle uitgevoerd.
Tijdens normaal gebruik wordt iedere 30 minuten een automatische controle uitgevoerd.
Interne batt.
Leeg
Interne batt.
Storing
AANWIJZING!
Wanneer de interne batterij defect is, moet deze worden vervangen zoals beschreven in
Paragraaf 6.5.2 Interne batterij vervangen, Pagina 31.
TeleAlarm
Voer regelmatig een alarmtest uit.
Het voltage van de interne batterij kan worden gecontroleerd met toets
volgende bericht wordt weergegeven:
Als de overgebleven batterijcapaciteit lager is dan 25%, wordt de volgende
waarschuwingsmelding weergegeven:
Als de NurseCall Relay Unit constateert dat de back-upbatterij defect is, wordt de
volgende waarschuwingsmelding weergegeven:
Gebruikershandleiding
¥
³
Onderhoud | nl
29
. Het
F.01U.262.692 | V1.1 | 2015.09