Inhoudsopgave
Advertenties
20
nl | Programmering
4.2
Eerste gebruik
4.2.1
Lijst van fabrieksinstellingen
Instelling
* Lokalisatiemodus
* Identificatienummer
Prioriteit assistentie en brand
Speciale teksten in het Duits
Printer/display-instellingen (alleen Relay Plus Unit)
Luidsprekervolume
* Localisatiemodus en identificatienummer worden tijdens het eerste gebruik ingesteld. Om
een waarde te wijzigen, moet de unit worden gereset. Zie Paragraaf 4.3.2 Alle parameters en
buffers resetten, Pagina 21.
4.2.2
Parameters ingesteld door de NurseCall Main Unit
De onderstaande parameters zijn geprogrammeerd in de Main Unit en gelden ook voor de
Relay Unit. Zie de gebruikershandleiding van de NurseCall Main Unit.
–
–
–
–
–
4.2.3
Lokalisatiemodus en identificatienummer
1.
2.
3.
4.
Het identificatienummer wordt toegewezen door de NurseCall Main Unit bij het aansluiten op
de RS-485-bus en komt overeen met de volgorde van aansluiten. Het kan ook handmatig
worden ingesteld. De waarde ligt tussen (A, B, C, ..., Y, Z, a, b, c, d, e, f) voor maximaal 32
Relay Units.
F.01U.262.692 | V1.1 | 2015.09
Weergavemodus
Taal van unit
Datum en tijd
Lokale bevestiging en toegangscode
Functie en modus van uitgangsrelais
Koppel de NurseCall Relay Unit los van de RS-485-bus.
Zet de NurseCall Relay Unit aan met de schakelaar aan de onderzijde van de unit. Wacht
tot de volgende weergave verschijnt:
LOCATING ?
( OFF / ON
)
Schakel de weergave van de positie van de zender (lokalisatiemodus) op het NurseCall
Relay Unit-display in (ON) of uit (OFF). Deze moet hetzelfde zijn als op de NurseCall
Main Unit.
Druk op
om de lokalisatiemodus uit te schakelen of op
schakelen.
Het identificatienummer van de NurseCall Relay Unit moet nu worden toegewezen.
RELAY UNIT ID: ·
(
+
/
-
)
Gebruikershandleiding
NurseCall Relay Unit
Fabrieksinstelling
Aan
Geen waarde
Nee
Nee
Geen
Normaal
om deze modus in te
Pagina
20
20
22
22
22
26
TeleAlarm
Advertenties
Inhoudsopgave
