•
Plaats een simkaart in het apparaat als dat door uw apparaat wordt ondersteund.
•
Schakel de oproepbeperkingen in uw telefoon, zoals het blokkeren van oproepen, vaste nummers of beperkte groep
gebruikers uit.
•
Zorg ervoor dat vliegtuigstand niet is ingeschakeld.
•
Als het scherm en de toetsen van de telefoon zijn vergrendeld, ontgrendelt u deze.
3. Druk op
.
4. Selecteer
.
5. Selecteer
.
6. Voer het officiële alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie.
7. Selecteer bellen.
8. Geef de benodigde informatie zo nauwkeurig mogelijk op. Beëindig de oproep pas als u hiervoor toestemming hebt gekregen.
Wanneer u uw telefoon de eerste keer inschakelt, wordt u gevraagd uw Microsoft-account te maken en uw telefoon in te stellen.
Als u tijdens het instellen van de account en de telefoon een noodoproep wilt plaatsen, tik u op noodoproep.
Belangrijk: Als uw telefoon internetoproepen ondersteunt, moet u zowel mobiele als internetoproepen activeren. De
telefoon kan noodoproepen zowel via het mobiele netwerk als via uw serviceprovider voor internetoproepen proberen te
kiezen. Verbindingen kunnen niet onder alle omstandigheden worden gegarandeerd. Vertrouw nooit alleen op een
draadloze telefoon voor het tot stand brengen van essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij medische noodgevallen.
Uw apparaat onderhouden
Behandel uw apparaat, batterij, lader en toebehoren met zorg. Met de volgende suggesties houdt u uw apparaat in werking.
•
Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die
corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Als het apparaat nat wordt, laat u het drogen.
•
Gebruik of bewaar het apparaat niet op stoffige of vuile plaatsen.
•
Bewaar het apparaat niet bij zeer hoge temperaturen. Hoge temperaturen kunnen het apparaat of de batterij beschadigen.
•
Bewaar het apparaat niet bij zeer lage temperaturen. Wanneer het apparaat weer opwarmt tot de normale temperatuur,
kan binnen in het apparaat vocht ontstaan waardoor het beschadigd kan raken.
•
Open het apparaat niet op een andere manier dan in de gebruikershandleiding wordt voorgeschreven.
•
Niet-goedgekeurde aanpassingen kunnen het apparaat beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regelgeving met
betrekking tot radioapparaten.
•
Laat het apparaat niet vallen en stoot of schud niet met het apparaat of de batterij. Een ruwe behandeling kan het
beschadigen.
•
Het oppervlak van het apparaat mag alleen worden gereinigd met een zachte, schone, droge doek.
•
Verf het apparaat niet. Verf kan een correcte werking belemmeren.
•
Houd het apparaat uit de buurt van magneten en magneetvelden.
•
Om ervoor te zorgen dat uw belangrijke gegevens veilig zijn opgeborgen, moet u deze op minstens twee afzonderlijke
plaatsen bewaren, bijvoorbeeld op uw apparaat, geheugenkaart of computer, of belangrijke informatie noteren.
Bij langdurig gebruik kan het apparaat warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Het apparaat kan automatisch
trager worden, apps sluiten, het laden uitschakelen en indien nodig zichzelf uitschakelen om te voorkomen dat het te warm
wordt. Als het apparaat niet naar behoren werkt, brengt u het naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.
Recycling
Breng uw gebruikte elektronische producten, batterijen en verpakkingsmateriaal altijd terug naar hiervoor geëigende
verzamelpunten. Op deze manier helpt u het ongecontroleerd weggooien van afval tegen te gaan en bevordert u het hergebruik
van materialen. Alle materialen van het apparaat kunnen worden hergebruikt als materiaal en energie. Voor het recyclen van uw
Nokia-producten kijkt u op www.nokia.com/recycle.
Symbool van een doorgestreepte container
Het symbool van de doorgestreepte container op uw product, in de documentatie of op de verpakking wil zeggen dat alle
elektrische en elektronische producten en batterijen na afloop van de levensduur voor gescheiden afvalverzameling moeten
© 2014 Microsoft Mobile. Alle rechten voorbehouden.
117