BW Clip Real Time
H
S, CO, O
, SO
ENKELGASDETECTOR MET EEN GEBRUIKSDUUR VAN 2 OF 3 JAAR
2
2
2
Een nieuwe detector activeren
1. Ga naar een ruimte met een normale atmosfeer (20,9% O
gassen.
2. Houd de knop ingedrukt tot er een aftelklok met 5 seconden wordt weergegeven en blijf
daarna ingedrukt houden tot het aftellen voltooid is.
3. Als het aftellen voltooid is, gaan het lcd-scherm en de leds aan en daarna uit. De
detector voert een interne diagnostische test uit.
4. Als de diagnostische test succesvol is, worden de alarmwaarden weergegeven en
beginnen de leds te knipperen.
5. Het aftellen voor de sensorstabilisatie wordt weergegeven. Tijdens het aftellen blijft de
detector 20 seconden trillen. De tijd die nodig is voor het stabiliseren is afhankelijk van
het type sensor. Als het aftellen bij 0 is, beginnen de leds te knipperen en begint het
akoestische alarm te piepen.
6. De detector staat in normale bedrijfstoestand wanneer het type gas en de concentratie
worden weergegeven.
Normale bedrijfstoestand
Als de detector in normale bedrijfstoestand is, wordt het type
gedetecteerd gas permanent weergegeven. De gedetecteerde
gasconcentratie wordt weergegeven totdat deze wordt onderbroken
door een drukknopactie, gasalarm of foutgebeurtenis.
Gebruiksduur
De gebruiksduur wordt weergegeven wanneer de detector voor het
eerst geactiveerd wordt. Druk op de drukknop om het resterende
bedrijfsleven weer te geven.
90 dagen of minder resterend
Als de resterende gebruiksduur nog 90 dagen of minder is, verandert
de weergave van maanden in dagen. De aftelklok geeft de resterende
gebruiksduur weer in dagen, totdat er nog 24 uur of minder
resterend is.
24 uur of minder resterend
Als de resterende gebruiksduur 24 uur of minder is, verandert de
aftelweergave in uren en worden de EXPIRY! -waarschuwing en het
niet-nalevingssymbool weergegeven.
Einde gebruiksduur
Als de gebruiksduur is verlopen, sluit de detector af en worden de
veiligheidsfuncties van de detector uitgeschakeld. Het is mogelijk om
binnen een gestelde tijd de gebeurtenislogboeken terug te halen. De
EXPIRY! -waarschuwing en het niet-nalevingssymbool worden tot
30 dagen na het verlopen weergegeven.
Interne diagnostische tests
Geactiveerde detectoren voeren automatisch elke 24 uur een diagnostische test uit. Als de
interne diagnostische test mislukt, begint de diagnostische fail-safe.
Diagnostische fail-safe
1.
De EXPIRY!-waarschuwing en het niet-nalevingssymbool worden weergegeven.
2. De detector piept en trilt.
3. De ledlampjes knipperen 2 keer per seconde gedurende 15 seconden.
4. OFF of een foutcode wordt weergegeven. De detector wordt gedeactiveerd.
Het is mogelijk om binnen een gestelde tijd de gebeurtenislogboeken terug te halen. Als u
de gebeurtenislogboeken niet terug kunt halen, neem dan contact op met BW.
Alarmen en waarschuwingen
Een alarm gaat af wanneer de sensor wordt blootgesteld aan een gasconcentratie die de
ingestelde alarmwaarden overschrijdt. Het alarm blijft afgaan totdat de gasconcentratie weer
binnen de gestelde waarden is. De levensduur van de batterij neemt snel af als de detector
in alarmtoestand is.
Laag alarm
Akoestisch: 1 pieptoon per seconde
Visueel: 1 keer knipperen per seconde
Trilling: 1 trilling per seconde
Hoog alarm
Akoestisch: 2 pieptonen per seconde
Visueel: 2 keer knipperen per seconde
Trilling: 2 trillingen per seconde
Onderdeelnummer 50115903-101 | OM-NL-BWCRT-A3 | Gebruikshandleiding BW Clip Real Time
) die vrij is van gevaarlijke
2
Over-limiet en onder-limiet alarmen
Als de gasconcentratie buiten het bereik van de sensor is, wordt OL
(over-limiet) of -OL (onder-limiet) weergegeven.
Akoestisch: 2 pieptonen per seconde
Visueel: 2 keer knipperen per seconde
Trilling: 2 trillingen per seconde
Automatische kalibratieherinnering voor O
-modellen wordt de Automatische kalibratieherinnering
Alleen op O
2
weergegeven als de meest recente kalibratieprocedure meer dan
24 uur geleden heeft plaatsgevonden.
Piekwaarde
Het piekwaardesymbool wordt weergegeven als de sensor wordt
blootgesteld aan een gasconcentratie die de ingestelde alarmwaarden
overschrijdt. Het wordt niet langer weergegeven meer dan 24 uur na
het laatste alarm of als er een succesvolle functietest wordt uitgevoerd
via een IntelliDoX of MicroDock II-station.
Niet-nalevingssymbool en led-indicatoren
Het niet-nalevingssymbool wordt weergegeven als:
•
een interne diagnostische test mislukt;
•
een functietest of kalibratieprocedure mislukt;
•
een functietest of kalibratie moet worden uitgevoerd, indien ingeschakeld;
•
de sensor wordt blootgesteld aan een gasconcentratie die de ingestelde alarmwaarden
overstijgt, mits ingeschakeld.
Het niet-nalevingssymbool wordt niet langer weergegeven meer dan 24 uur na het laatste
alarm of als er een succesvolle functietest of kalibratie wordt uitgevoerd (handmatige
kalibratie of via een IntelliDoX of MicroDock II-station). Het niet-nalevingssymbool wordt
permanent weergegeven als de functionele gebruiksduur minder dan 24 uur is, en tot
30 dagen nadat de gebruiksduur verlopen is.
Als Niet-naleving na gasblootstelling is ingeschakeld met Fleet Manager II via een
IntelliDoX-station, knipperen de leds in een wisselend patroon bij het weergeven van het
het niet-nalevingssymbool. De bovenste leds knipperen als het symbool voor het eerst
wordt weergegeven. Na 30 seconden beginnen de leds aan de zijkant te knipperen. Na
30 seconden wordt het patroon herhaald tot het niet-nalevingssymbool niet langer wordt
weergegeven.
OPMERKING: Als een functietest op de detector wordt uitgevoerd via een MicroDock
II-station, kan zich een afwijkend testresultaat voordoen als de niet-nalevingsleds knipperen.
Om het knipperen voor maximaal 10 minuten uit te stellen, druk de knop kort in. Als het
knipperen stopt, plaats de detector in het station en voer de test uit. Als de functietest
mislukt, blijven de leds knipperen.
Gebeurtenissen en instellingen terughalen
Als de detector in normale bedrijfstoestand is, kunt u elk moment op de knop drukken om
door gebeurtenissen en instellingen te scrollen die niet leeg of uitgeschakeld zijn met Fleet
Manager II via een IntelliDox-station. BW Clip Real Time knippert, trilt en piept.
Als een gebeurtenis of instelling wordt weergegeven, druk op de knop om naar de volgende
beschikbare gebeurtenis of instelling te scrollen. Als u niet op de knop drukt, of als u bij de
laatste gebeurtenis of setting bent, keert de detector terug in de normale bedrijfstoestand.
Gebeurtenissen en instellingen staan in deze volgorde:
1. Piekwaarde, indien beschikbaar en wanneer er in de afgelopen 24 uur een maximale
gasblootstelling heeft plaatsgevonden.
2. Tijdstip piekwaarde, indien het realtime-klokdisplay is ingeschakeld.
3. Bedrijfsleven, de resterende bedrijfsduur van de detector in maanden, dagen of uren.
4. Instelwaarde laag alarm
5. Instelwaarde hoog alarm
6. Realtime-klok, indien ingeschakeld.
7. Firmwareversie
8. Volgende functietest, indien ingeschakeld.
9. Volgende kalibratie vereist, indien ingeschakeld.
10. Slaapstand, alleen op H
S- en- CO-modellen met een gebruiksduur van 2 jaar.
2
-modellen
2
www.honeywellanalytics.com