5.5.3 Vermogenbeperking: werking
5.6 Een externe temperatuursensor opstellen
ERLA03DAV3 + EHFZ03S18DJ3V
Daikin Altherma 3 R F
4P596821-1A – 2020.05
5
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
|
De buitenunit heeft een betere effectiviteit dan de elektrische verwarming. Om
deze reden wordt de elektrische verwarming beperkt en eerst UIT gezet. Het
systeem beperkt het energieverbruik in de volgende orde:
1
Zet de back-upverwarming UIT.
2
Beperkt de buitenunit.
3
Zet de buitenunit UIT.
Voorbeeld
Als de configuratie als volgt is: Het niveau van vermogenbeperking staat NIET toe
dat de back-upverwarming werkt (stap 1).
Dan wordt het energieverbruik als volgt beperkt:
P
h
c
b
a
C
A
B
P
Geproduceerde warmte
h
C
Verbruikte energie Verbruikte energie
e
A
Buitenunit
B
Back-upverwarming
a
Beperkte werking van de buitenunit
b
Volle werking van de buitenunit
c
Stap 1 back-upverwarming AAN gezet
U
kunt
1
externe
omgevingstemperatuur binnen of buiten. We adviseren om een externe
temperatuursensor te gebruiken in de volgende gevallen:
Binnenomgevingstemperatuur
▪
Wanneer
een
kamerthermostaat
gebruikersinterface als kamerthermostaat gebruikt en meet deze de
binnenomgevingstemperatuur. Daarom moet de gebruikersinterface op een
plaats geplaatst worden:
-
Waar de gemiddelde temperatuur in de kamer gedetecteerd kan worden
-
Dit betekent: NIET aan rechtstreeks zonlicht blootgesteld
-
Dit betekent: NIET in de nabijheid van een warmtebron
-
Dit betekent: NIET door buitenlucht of tocht door bijv. het openen/sluiten van
deuren
▪
Indien dit NIET mogelijk is, adviseren we een afstandsbinnensensor aan te sluiten
(optie KRCS01-1).
▪
Opstelling: voor de installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van de
afstandsbinnensensor.
▪
Configuratie: selecteer kamersensor [A.2.2.B].
e
temperatuursensor
de
temperatuur
aansluiten.
Die
meet
regelt,
wordt
Uitgebreide handleiding voor de installateur
de
de
35