10 Inbedrijfstelling
In dit hoofdstuk
10.1 Overzicht: Inbedrijfstelling
10.2 Voorzorgsmaatregelen bij de inbedrijfstelling
ERLA03DAV3 + EHFZ03S18DJ3V
Daikin Altherma 3 R F
4P596821-1A - 2020.05
INFORMATIE
Beschermende functies - "Installateur ter plaatse"-stand. De software is uitgerust
met beschermende functies, zoals vorstbescherming voor de kamer. De unit voert
deze functies automatisch uit wanneer dat nodig is. (Als de startpagina's van de
gebruikersinterface uit staan, zal de unit NIET automatisch werken.)
Tijdens installatie- of servicewerkzaamheden is dit gedrag ongewenst. Daarom
kunnen de beschermende functies worden uitgeschakeld:
▪
Bij eerste keer inschakelen: de beschermende functies zijn standaard
uitgeschakeld. Na 36 uur worden ze automatisch ingeschakeld.
▪
Daarna: Een installateur kan de beschermende functies handmatig uitschakelen
door [A.6.D] in te stellen: Bescherming uitschakelen=AAN. Wanneer hij
klaar is, kan hij de beschermende functies inschakelen door [A.6.D] in te stellen:
Bescherming uitschakelen=UIT.
10.1
Overzicht: Inbedrijfstelling ..................................................................................................................................................... 145
10.2
10.3
Checklist voor de inbedrijfstelling .......................................................................................................................................... 146
10.4
Checklist tijdens inbedrijfstelling............................................................................................................................................ 147
10.4.1
Het minimum debiet controleren.......................................................................................................................... 147
10.4.2
De ontluchtingsfunctie........................................................................................................................................... 148
10.4.3
Proefdraaien........................................................................................................................................................... 149
10.4.4
Stelmotoren proefdraaien ..................................................................................................................................... 150
10.4.5
Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen en kennen om het systeem in bedrijf te
stellen nadat het werd geïnstalleerd en geconfigureerd.
Typische werkstroom
Het in bedrijf stellen houdt typisch volgende stappen in:
1
De "Checklist vóór inbedrijfstelling" controleren.
2
Ontluchten.
3
Het systeem testen.
4
Indien nodig, een of meerdere stelmotoren testen.
5
Indien nodig, de dekvloer van de vloerverwarming drogen.
INFORMATIE
Gedurende de eerste bedrijfsperiode van de unit kan het nodige opgenomen
vermogen hoger zijn dan dat vermeld op het typeplaatje van deze unit. Dit fenomeen
wordt veroorzaakt door de compressor, die een continue looptijd van 50 uur nodig
heeft voordat een vlotte werking en stabiel stroomverbruik wordt gerealiseerd.
10
Inbedrijfstelling
|
Uitgebreide handleiding voor de installateur
145