9
|
Configuratie
Uitgebreide handleiding voor de installateur
128
#
Code
[A.4.6]
N.v.t.
[A.4.7]
[0-0E]
[0-0D]
[0-0C]
[0-0B]
Zie ook
"9.3 Weersafhankelijke curve"
weersafhankelijke curven.
Werking warmtepomp
#
Code
N.v.t.
[6-00]
Beschrijving
Stand Gewenste temperatuur:
▪
Absoluut:
uitgeschakeld.
tanktemperaturen zijn NIET weersafhankelijk.
▪
Weersafh: ingeschakeld. In de geplande stand
of de geplande+warmhoudenstand is de
opslagcomforttemperatuur
De
opslageconomisch-
warmhoudentemperaturen
weersafhankelijk. In de warmhoudenstand is de
gewenste tanktemperatuur weersafhankelijk.
Let
op:
Wanneer
tanktemperatuur weersafhankelijk is, kan deze
niet op de gebruikersinterface aangepast
worden.
Weersafhankelijke curve
T
DHW
[0-0C]
[0-0B]
T
a
[0-0E]
[0-0D]
▪
T
: De gewenste tanktemperatuur.
DHW
▪
T
:
De
a
buitenomgevingstemperatuur
▪
[0-0E]: lage buitenomgevingstemperatuur: –
40°C~5°C
▪
[0-0D]: hoge buitenomgevingstemperatuur:
10°C~25°C
▪
[0-0C]: gewenste tanktemperatuur wanneer de
buitentemperatuur gelijk is aan de lage
omgevingstemperatuur
45°C~[6‑0E]°C
▪
[0-0B]: gewenste tanktemperatuur wanneer de
buitentemperatuur gelijk is aan de hoge
omgevingstemperatuur
35°C~[6‑0E]°C
4
[
116] voor meer informatie over
Beschrijving
Het temperatuurverschil dat de AAN-
temperatuur van de warmtepomp bepaalt.
2°C~40°C
Alle
gewenste
weersafhankelijk.
en
zijn
NIET
de
weergegeven
(gemiddelde)
of
eronder
valt:
of
erover
stijgt:
ERLA03DAV3 + EHFZ03S18DJ3V
Daikin Altherma 3 R F
4P596821-1A – 2020.05