Inhoudsopgave
Advertenties
H
IAC
ANDLEIDING
Correcte meetwaarden van de temperatuursensoren
M
EETWAARDE OP
S
ENSORAANSLUI
I
-
NFORMATIE
TING IN REGELBOX
PAGINA
Environment:
X1
Indoor
Environment:
X6
Outdoor
Heating: Intake
X1
(gelijk aan
Environment:
Indoor
meet-
waarde)
Heating: Discharge
X2
Control
X4
temperature: Actual
Handleiding versie 1.0 (25-09-2012)
T
W
YPE
T
OEPASSING
-
K
-
LIMAATSCHEI
-
-
DING BINNEN
BUI
TEN
Binnentemperatuur.
Buitentemperatuur.
Binnentemperatuur.
Uitblaastempera-
tuur (hoger dan
Intake
bij verwar-
ming).
Binnentemperatuur.
Zie ook:
3.8
"Alarmmeldingen weergeven en resetten", pagina 23
3.4
"De Informatie-pagina", pagina 18
2.5
"Installatieposities van de sensors", pagina 12
4.2.3 De ventilatoren testen
1. Dwing de regeling om uit de standby-stand te gaan door
Mode Limits: Summer min.
stellen op een waarde die lager is dan de buitentempera-
tuur.
2. Open de deur.
3. Controleer of alle ventilatoren in het luchtgordijn in wer-
king zijn.
Opmerking:
n
Stel na het uitvoeren van deze test de limieten weer
in op hun aanbevolen waarden.
Zie ook:
3.5
"De Instellingen-pagina", pagina 19
I
N BEDRIJF STELLEN
T
A
YPE
T
-
D
EMPERATUUR
EELTJESSCHEI
-
SCHEIDING BIN
DING BINNEN
-
NEN
BINNEN
TEN
Temperatuur in de
Binnentemperatuur.
warme ruimte.
Temperatuur in
Buitentemperatuur.
koude ruimte.
Temperatuur in de
Binnentemperatuur.
warme ruimte.
Altijd 35°C (niet de
Temperatuur bij het
werkelijke tempera-
luchtgordijn-toestel.
tuur).
Altijd 35°C.
Altijd 35°C.
op de Instellingen-pagina in te
-
-
-
BUI
nl
nl-27
Advertenties
Inhoudsopgave
