Instellingen
Vingerafdrukherkenning
Voor een correcte werking van vingerafdrukherkenning moeten uw vingerafdrukgegevens worden
geregistreerd en opgeslagen op het apparaat. Na registratie kunt u instellen dat het apparaat uw
vingerafdruk gebruikt voor de onderstaande functies:
• S chermvergrendeling
• V eilige map
• D e beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
• V ingerafdrukherkenning gebruikt de unieke kenmerken van elke vingerafdruk om
de beveiliging van uw apparaat te verbeteren. Het is zeer onwaarschijnlijk dat de
vingerafdruksensor twee verschillende vingerafdrukken niet kan onderscheiden. In zeer
zeldzame gevallen waarin afzonderlijke vingerafdrukken zeer op elkaar lijken, kan de
sensor ze echter als identiek herkennen.
• A ls u uw vingerafdruk gebruikt als schermvergrendelingsmethode, kan uw vingerafdruk
niet worden gebruikt om het scherm te ontgrendelen wanneer u het apparaat voor het
eerst inschakelt. Als u het apparaat wilt gebruiken, moet u het scherm ontgrendelen met
het patroon, pincode of wachtwoord dat u instelt wanneer u de vingerafdruk registreert.
Zorg ervoor dat u uw patroon, pincode of wachtwoord niet vergeet.
• A ls uw vingerafdruk niet wordt herkend, kunt u het apparaat ontgrendelen met het
patroon, de PIN-code of het wachtwoord dat u hebt ingesteld bij het registreren van de
vingerafdruk, en vervolgens kunt u uw vingerafdrukken opnieuw registreren. Als u uw
patroon, pincode of wachtwoord bent vergeten, kunt u het apparaat niet gebruiken als u
het niet opnieuw instelt. Samsung is niet verantwoordelijk voor het verlies van gegevens
of ongemak veroorzaakt door vergeten ontgrendelingscodes.
• A ls u de schermvergrendelingsmethode wijzigt in Vegen of Geen, die niet veilig zijn,
worden al uw biometrische gegevens verwijderd. Als u uw biometrische gegevens wilt
gebruiken in apps of functies, moet u uw biometrische gegevens opnieuw registreren.
Voor een betere herkenning van vingerafdrukken
Wanneer u uw vingerafdrukken scant op het apparaat, moet u rekening houden met de volgende
omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de prestaties van het apparaat:
• H et apparaat herkent mogelijk vingerafdrukken niet als deze zijn veranderd door rimpels of
littekens.
• H et apparaat herkent mogelijk geen vingerafdrukken van kleine of dunne vingers.
• O m de prestaties van herkenning te verbeteren, registreert u vingerafdrukken van de hand die
het meest wordt gebruikt om taken uit te voeren op het apparaat.
207