Ondersteuningsniveau instellen
U kunt aan de bedieningseenheid 11 instellen hoe sterk de
eBike-aandrijving u bij het trappen ondersteunt. Het onder-
steuningsniveau kan altijd, ook tijdens het fietsen, gewijzigd
worden.
Opmerking: In sommige uitvoeringen is het ondersteunings-
niveau mogelijk vooraf ingesteld en kan dit niet worden gewij-
zigd. Het is ook mogelijk dat er uit minder ondersteuningsni-
veaus dan hier vermeld kan worden gekozen.
De volgende ondersteuningsniveaus staan maximaal ter be-
schikking:
– „OFF": de motorondersteuning is uitgeschakeld, de eBike
kan zoals een normale fiets alleen door te trappen voortbe-
wogen worden. De duwhulp/vertrekhulp kan in dit onder-
steuningsniveau niet geactiveerd worden.
– „ECO": effectieve ondersteuning met maximale efficiëntie
voor maximaal bereik
– „TOUR": gelijkmatige ondersteuning voor tochten met
groot bereik
– „SPORT": krachtige ondersteuning voor sportief rijden op
heuvelachtige stukken en voor rijden in de stad
– „TURBO": maximale ondersteuning bij flink doortrappen,
voor sportief rijden
Voor het verhogen van het ondersteuningsniveau drukt u zo
vaak op de toets „+" 15 aan de bedieningseenheid tot het ge-
wenste ondersteuningsniveau op de indicatie r5 verschijnt,
voor het verlagen op de toets „–" 14.
Het opgeroepen motorvermogen verschijnt op de indicatie
r4. Het maximale motorvermogen hangt van het gekozen on-
dersteuningsniveau af.
Ondersteuningsniveau
„ECO"
„TOUR"
„SPORT"
„TURBO"
* Het motorvermogen kan bij sommige uitvoeringen afwijken.
Wordt de boordcomputer uit de houder 4 genomen, dan blijft
het laatst weergegeven ondersteuningsniveau opgeslagen,
de indicatie r4 van het motorvermogen blijft leeg.
Bosch eBike Systems
Ondersteuningsfactor*
(Kettingschakeling)
Cruise
Speed
50%
55 %
50%
120%
120%
120%
190%
190%
210 %
275%
275%
300 %
Duwhulp/vertrekhulp in-/uitschakelen
Bij de Speed-variant kan de duwhulp ook als vertrekhulp ge-
bruikt worden. De vertrekhulp wordt bij 18 km/h uitgescha-
keld.
De duwhulp/vertrekhulp kan u het duwen van of het vertrek-
ken met de eBike vergemakkelijken. De snelheid in deze func-
tie is afhankelijk van de gekozen versnelling en kan afhankelijk
van de uitvoering maximaal 6 km/h of 18 km/h bereiken. Hoe
kleiner de gekozen versnelling is, des te lager is de snelheid in
deze functie (bij maximaal vermogen).
De functie duwhulp/vertrekhulp mag uitsluitend bij het
duwen van of vertrekken met de eBike gebruikt wor-
den. Hebben de wielen van de eBike bij het gebruik van de
duwhulp geen contact met de bodem, dan bestaat verwon-
dingsgevaar.
Voor het inschakelen van de duwhulp/vertrekhulp drukt u op
de toets „WALK" 16 aan de bedieningseenheid en houdt u
deze toets ingedrukt. De aandrijving van de eBike wordt inge-
schakeld.
De duwhulp/vertrekhulp wordt uitgeschakeld zodra een van
de volgende situaties van toepassing is:
– U laat de toets „WALK" 16 los,
– de wielen van de eBike worden geblokkeerd (bijv. door het
remmen of het raken van een hindernis),
– de snelheid overschrijdt 6/18 km/h.
Fietsverlichting in-/uitschakelen
In de uitvoering waarbij het rijlicht door het eBike-systeem ge-
voed wordt, kunnen via de boordcomputer met de toets 6 te-
gelijk voorlicht en achterlicht in- en uitgeschakeld worden.
Bij ingeschakeld licht wordt het verlichtingssymbool s1 weer-
gegeven.
Het in- en uitschakelen van de fietsverlichting heeft geen in-
CX
vloed op de achtergrondverlichting van het display.
Nederlands–10
0 276 001 SPN | (3.7.15)