Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Functiebeschrijving; Meetwaardes - Technische Alternative O2-DL Montagehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Functiebeschrijving

De zuurstofsensor O2-DL bestaat uit een sonde van platinum-zirkonium en een
meetversterker. Het werkingsprincipe komt overeen met die van een lambdasonde. De
meetcel van de sonde benodigt een minimale bedrijfstemperatuur van ca. 650°C en beschikt
daarom over een geïntegreerde verwarming, welke via de DL-Bus wordt geschakeld. De
sondeverwarming is energiezuinig (slechts 8 Watt) en benodigt ongeveer twee minuten tot
het bereiken van de bedrijfstemperatuur. Pas daarna kunnen geldige meetwaardes verwacht
worden.
De O2-sonde is geschikt voor meting van de zuurstofconcentratie in alle niet agressieve
omgevingen en tot een omgevingstemperatuur van 300 °C; bv. voor het bepalen van
zuurstofconcentraties in ruimtes, voor regelingen van primaire- / secundaire lucht en/of van
de rookgasventilator in verwarmingsketels. Bij de meting in verbrandingsgassen dient op
geringe zwavelconcentraties te worden gelet. Voor de uitvoer van de rookgastemperatuur
bezit de meetversterker een aansluiting voor een thermoelement type „K" (accessoire).
De sensor kan alleen in verbinding met regelingen UVR16x2 en UVR1611 vanaf versie
A3.20 en serienummer 13286 worden gebruikt.
De meetwaardes worden via de dataleiding (DL-Bus) aan de regelaar overgegeven.
Na 200 resp. 400 bedrijfsuren wordt de sensor automatisch nagecalibreerd. Er is echter altijd
ook een handmatige kalibratie mogelijk.
De O2-sonde mag zich nooit in een omgeving bevinden met een zuurstofgehalte onder
2%, omdat deze daarmee beschadigd wordt.

Meetwaardes

De zuurstofsensor wordt via de 230V-netaansluiting en een ingebouwde adapter van
spanning voorzien en geeft na activering op aanvraag van de regeling de meetwaarde terug.
De aanvraag bestaat uit het adres van de sensor en index van een daar gemeten waarde.
Iedere DL-sensor dient een eigen adres in het DL-Busnetwerk te hebben.
De vastlegging van het adres wordt op de print door het scheiden van geleidebanen -
gekenmerkt met de getallen 1, 2 en 4 - gedaan. Deze bevinden zich aan de rand van de
print. De sensor heeft zonder het scheiden (doorhalen) van geleidebanen het adres 1
(fabrieksinstelling). Zolang er verder geen sensoren op de DL-Bus worden aangesloten, is
ook geen wijziging van het adres noodzakelijk.
Het nieuwe adres wordt samengesteld uit adres 1 (= fabrieksinstelling) en de som van alle
doorgehaalde waardes.
Voorbeeld: gewenste adres 6 = 1 (fabrieksinstelling) + 1 + 4
Geleidebanen aan de zijkant
van de print voor vastlegging
van het sensoradres
= de geleidebanen 1 en 4 dienen te worden doorgehaald.
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave