5. Reset
Met behulp van een jumper, welke op de pinnen wordt geplaatst, wordt de sensor
gekalibreerd en naar de fabrieksinstellingen gebracht (reset).
De jumper mag alleen bij uitgeschakelde netspanning worden geplaatst.
Men moet zich er van hebben verzekerd, dat de sensor zich in normale
ruimteluchtomgeving bevindt.
Bij de reset geschiedt de kalibratie op dezelfde wijze als bij de handmatige kalibratie.
In tegenstelling tot de handmatige kalibratie wordt bereikt, dat de automatische kalibratie
weer na 200 resp. 400 bedrijfsuren wordt uitgevoerd.
Is de kalibratie onderbroken, dan start deze bij het opstarten van de processor opnieuw
indien de positie van de jumper ongewijzigd is gebleven.
Gedurende het gehele kalibratieproces wordt 3332 op de eerste index aan de DL-Bus
uitgegeven.
De jumper dient op de volgende pinnen worden geplaatst:
Let op!
Een foutief geplaatste jumper kan de elektronica beschadigen.
Weergavelampjes
Aan de voorzijde van de behuizing bevinden zich 2 LED-lampen:
Sensor actief brandt, zodra het inschakelcommando via de DL-Bus aangekomen is.
Power supply brandt, indien de 230V-voedingsspanning beschikbaar is.
Jumper
11