Wij raden het gebruik van de volgende lichtmetingen aan:
•
Schakelen of constante lichtregeling 1-kanaals: gebruik
van de middelste lichtmeting.
•
Schakelen of constante lichtregeling 2-kanaals: alleen de
beide lichtmetingen raam resp. binnen zijn beschikbaar.
Schakelen
Door het direct richten van het licht wordt de lichtmeting
beïnvloed. De plaatsing van staande lampen of verlaagde
verlichting direct onder de melder moet worden vermeden.
Constante lichtregeling
De melder moet zo worden geplaatst dat deze alleen kunst-
matig licht detecteert dat hij zelf regelt. Kunstmatig licht dat
door andere melders wordt geregeld of handmatig gescha-
kelde werkverlichting beïnvloeden de lichtsterktemeting van
de melder. Direct kunstmatig licht op de melder moet worden
vermeden.
Geschikte lampen
De aanwezigheidsmelder is geschikt voor fluorescentielam-
pen, compacte tl-lampen, halogeen-, gloeilampen en leds.
6. Montage
Plafondinbouw
Inbouw in holle plafonds met een dikte van 0,5 mm t/m 3 cm.
De boordiameter voor de plafondopening is 68 mm. KNX-
kabel aansluiten (a). Veren omhoogklappen en melder in het
plafond monteren (b). Op uitrichting raam/naar binnen letten
(c). Montagebeveiliging verwijderen (d). Indien nodig het
15