kaart. Als u deze functie uitschakelt, moet u handmatig in- en
uitzoomen.
Mijn Kaarten: Hiermee stelt u in welke geïnstalleerde kaarten
het toestel gebruikt.
Kaarten inschakelen
U kunt kaartproducten inschakelen die op het toestel zijn
geïnstalleerd.
TIP: Ga voor het aanschaffen van andere kaartproducten naar
garmin.com/maps.
1
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Mijn Kaarten.
2
Selecteer een kaart.
Verbinding maken met een draadloos
netwerk
1
Selecteer Instellingen > Draadloze netwerken > Wi-Fi.
2
Selecteer indien nodig de schakelaar om draadloze
netwerktechnologie in te schakelen.
3
Selecteer een draadloos netwerk.
4
Voer indien nodig de coderingssleutel in.
Het toestel maakt verbinding met het draadloze netwerk. Het
toestel onthoudt de netwerkinformatie van deze locatie en maakt
in de toekomst automatisch verbinding.
Draadloze Bluetooth technologie
inschakelen
Selecteer Instellingen > Draadloze netwerken > Bluetooth.
Instellingen hulpsysteem voor de bestuurder
Selecteer Instellingen > Hulp voor de bestuurder.
Hoorbare waarschuwingen voor bestuurder: Hiermee
schakelt u hoorbare waarschuwingen in voor elk type
waarschuwing voor de bestuurder
waarschuwen van de bestuurder, pagina
Gevarenzonealarm: Waarschuwt u wanneer u een flitser of
roodlichtcamera nadert.
Routevoorbeeld: Toont een voorbeeld van de belangrijke
wegen op uw route wanneer u begint met navigeren.
Pauzeplanning: Herinnert u eraan om een pauze te nemen en
toont komende diensten als u langere tijd hebt gereden. U
kunt de pauzeherinneringen en de suggesties voor
naderende diensten in- of uitschakelen.
Verkeersinstellingen
Selecteer in het hoofdmenu Instellingen > Verkeersinfo.
Verkeersinfo: Hiermee schakelt u de verkeersinformatiefunctie
in.
Huidige aanbieder: Hiermee wordt de verkeersinfoprovider
ingesteld voor verkeersinformatie. Met de optie Auto
selecteert u automatisch de beste beschikbare
verkeersinformatie.
Abonnementen: Hiermee worden de huidige
verkeersabonnementen vermeld.
Optimaliseer route: Hiermee kan het toestel automatisch of op
verzoek optimale alternatieve routes kiezen
route vermijden, pagina
Scherminstellingen
Selecteer Instellingen > Toestel > Scherm.
Helderheidsniveau: Stelt het helderheidsniveau op uw toestel
in.
Adaptieve helderheid: Past de helderheid van de
schermverlichting automatisch aan het omgevingslicht aan
als het toestel uit de houder is genomen.
Instellingen
(Functies voor het
4).
(Files op uw
7).
Thema: Hiermee stelt u de dag- of nachtkleurmodus in. Als u de
optie Automatisch selecteert, schakelt het toestel
automatisch over naar dag- of nachtkleuren op basis van de
tijd van de dag.
Achtergronden: Stelt een achtergrond op uw toestel in.
Slaapstand: Hiermee stelt u de periode in waarna het toestel in
de slaapstand gaat wanneer u batterijvoeding gebruikt.
Dagdroom: Schakelt de schermbeveiliging Dagdroom in of uit.
Lettergrootte: Vergroot of verkleint de lettergrootte op uw
toestel.
Wanneer het toestel wordt gedraaid: Hiermee kan het scherm
automatisch schakelen tussen de staande en liggende
weergavemodi op basis van de oriëntatie van het toestel of
de huidige weergavemodus behouden.
Instellingen voor geluid en meldingen
Selecteer Instellingen > Toestel > Geluid en meldingen.
Volumeschuifregelaars: Hiermee stelt u het volume voor
navigatie, media, oproepen, alarmen en meldingen in.
Niet storen: Hiermee stelt u de regels voor de automatische
functie Niet storen in. Met deze functie kunt u
geluidswaarschuwingen tijdens bepaalde perioden of
gebeurtenissen uitschakelen.
Standaard beltoon voor meldingen: Stelt de standaard
beltoon voor meldingen op uw toestel in.
Andere geluiden: Hiermee kunt u geluiden in- of uitschakelen
voor andere toestelinteracties, zoals tikken op het scherm,
schermvergrendeling of opladen.
Casten: Hiermee kunt u de audio of video van het toestel
draadloos naar een compatibele luidspreker, display of
toestel verzenden.
Wanneer toestel is vergrendeld: Hiermee stelt u in of
meldingen op het scherm worden weergegeven terwijl het
toestel is vergrendeld.
App-meldingen: Hiermee kunt u meldingen voor elke
geïnstalleerde app in- of uitschakelen en de voorkeuren voor
Niet storen voor elke app wijzigen.
Toegang tot meldingen: Hiermee kunt u selecteren welke apps
toegang hebben tot het lezen van systeem- en app-
meldingen.
Toegang Niet storen: Hiermee kunt u selecteren welke apps de
instellingen voor Niet storen kunnen overschrijven of
wijzigen.
Volume van geluid en meldingen aanpassen
1
Selecteer Instellingen > Toestel > Geluid en meldingen.
2
Gebruik de schuifbalken om het volume van het geluid en de
meldingen aan te passen.
Locatieservices in- of uitschakelen
De functie Locatieservices moet zijn ingeschakeld, zodat uw
toestel uw locatie kan vinden, routes kan berekenen en
navigatiehulp kan bieden. U kunt locatieservices uitschakelen
om een route te plannen als er geen GPS-signalen beschikbaar
zijn. Wanneer locatieservices zijn uitgeschakeld, schakelt het
toestel een GPS-simulator in om routes te berekenen en
simuleren.
TIP: Het uitschakelen van locatieservices kan helpen de batterij
te sparen.
1
Selecteer Instellingen > Privé > Locatie.
2
Selecteer de schakelaar om Locatieservices in of uit te
schakelen.
OPMERKING: Voor de meeste toepassingen mag u de Modus
instelling van de standaardoptie Alleen toestel niet wijzigen. Het
21