1
Selecteer
> Extra > Fusion Link >
2
Selecteer Interne versterkers.
Servicegeschiedenis loggen
U kunt de datum en kilometerstand vastleggen wanneer uw
voertuig service of onderhoud krijgt. Het toestel biedt diverse
servicecategorieën en u kunt ook eigen categorieën toevoegen
(Servicecategorieën toevoegen, pagina
1
Selecteer
> Extra > Servicegeschiedenis.
2
Selecteer een servicecategorie.
3
Selecteer Voeg record toe.
4
Voer de kilometerstand in en selecteer Volgende.
5
Voer een opmerking in (optioneel).
6
Selecteer OK.
Servicecategorieën toevoegen
1
Selecteer
> Extra > Servicegeschiedenis.
2
Selecteer
> Voeg categorie toe.
3
Voer een naam voor de categorie in en selecteer OK.
Servicecategorieën verwijderen
Als u een servicecategorie verwijdert, worden alle
servicerecords in deze categorie ook verwijderd.
1
Selecteer
> Extra > Servicegeschiedenis.
2
Selecteer
> Wis categorieën.
3
Selecteer de servicecategorieën die u wilt verwijderen.
4
Selecteer Verwijder.
Namen van servicecategorieën wijzigen
1
Selecteer
> Extra > Servicegeschiedenis.
2
Selecteer de categorie waarvan u de naam wilt wijzigen.
3
Selecteer
> Wijzig categorienaam.
4
Voer een naam in en selecteer OK.
Een servicerecord bewerken
U kunt de opmerking, de tellerstand en de datum van een
servicerecord wijzigen.
1
Selecteer
> Extra > Servicegeschiedenis.
2
Selecteer een categorie.
3
Selecteer een veld.
4
Voer de nieuwe informatie in en selecteer OK.
Servicerecords verwijderen
1
Selecteer
> Extra > Servicegeschiedenis.
2
Selecteer een servicecategorie.
3
Selecteer
> Wis records.
4
Selecteer de te verwijderen servicerecords.
5
Selecteer Verwijder.
Recente routes en bestemmingen weergeven
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de functie voor
reisgeschiedenis inschakelen
U kunt uw voorgaande routes en plaatsen waar u bent gestopt
op de kaart bekijken.
Selecteer
> Navigatie > Reisgeschiedenis.
De weersverwachting weergeven
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet uw toestel
weersinformatie ontvangen. U kunt uw toestel verbinden met de
Garmin Drive app om weersinformatie te ontvangen.
1
Selecteer in het startscherm de weerwidget
pagina
3).
20
> Algemeen.
20).
(Toestelinstellingen, pagina
(Startscherm,
Op het toestel worden de huidige weersomstandigheden en
een weersverwachting voor de komende dagen
weergegeven.
2
Selecteer een dag.
De gedetailleerde weersverwachting voor die dag wordt
weergegeven.
Het weer voor een andere plaats weergeven
1
Selecteer in het startscherm de weerwidget
pagina
3).
2
Selecteer Huidige locatie.
3
Selecteer een optie:
• Als u het weer voor een favoriete plaats wilt bekijken,
selecteert u de plaats in de lijst.
• Als u een favoriete stad wilt toevoegen, selecteer dan
Voeg stad toe en typ de naam van de stad.
Navigatie-instellingen
Selecteer Instellingen > Navigatie.
Berekenmodus: Hiermee stelt u de methode voor
routeberekening in.
Te vermijden: Hiermee stelt u in welke wegonderdelen u op
een route wilt vermijden.
Aangepast vermijden: Hiermee kunt u opgeven welke
specifieke wegen en gebieden u wilt vermijden.
Milieuzones: Hiermee stelt u uw voorkeuren in voor te
vermijden gebieden waarin milieu- of uitstootbeperkingen
gelden die van toepassing zijn op uw voertuig.
Tolwegen: Hiermee stelt u de voorkeuren in voor het vermijden
van tolwegen.
Tol en kosten: Hiermee stelt u de voorkeuren in voor het
vermijden van tolwegen en tolvignetten.
OPMERKING: Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.
Beperkte modus: Hiermee schakelt u alle functies uit die veel
aandacht van de gebruiker vragen.
Reisgeschiedenis: Hiermee wordt op het toestel een record
opgeslagen van de plaatsen waar u naartoe gaat. Zo kunt u
het reislog weergeven, gebruikmaken van de functie Trip
History en myTrends routesuggesties gebruiken.
Wis reisgeschiedenis: Hiermee kunt u de reisgeschiedenis van
het toestel wissen.
Kaart- en voertuiginstellingen
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig.
Voertuig: Hiermee kiest u het voertuigpictogram voor het
aangeven van uw positie op de kaart.
Taal voor spraak: Hiermee stelt u de taal van de gesproken
navigatie-aanwijzingen in.
Autokaartweergave: Hiermee stelt u het perspectief van de
kaart in.
22).
Kaartdetail: Hiermee stelt u het detailniveau van de kaart in. Als
er meer details worden weergegeven, wordt de kaart
mogelijk langzamer opnieuw getekend.
Kaartthema: Hiermee kunt u de kleuren van de kaartgegevens
wijzigen.
Kaartlagen: Hiermee stelt u de gegevens in die op de
kaartpagina worden weergegeven
aanpassen, pagina
Automatisch zoomen: Hiermee wordt automatisch het juiste
zoomniveau geselecteerd voor optimaal gebruik van de
(Startscherm,
Instellingen
(De kaartlagen
13).
Instellingen