De berekening van de route en de navigatie is afhankelijk van
uw voertuigprofiel. Het geactiveerde voertuigprofiel wordt
aangegeven door een pictogram op de statusbalk. De navigatie-
en kaartinstellingen op uw toestel kunnen per voertuigtype
afzonderlijk worden aangepast.
Wanneer u een camperprofiel activeert, worden verboden of
onbegaanbare gebieden in routes vermeden op basis van de
afmetingen, het gewicht en andere kenmerken van het voertuig
die u hebt ingevoerd.
Een voertuigprofiel toevoegen
U moet een voertuigprofiel toevoegen voor elke camper
waarvoor u uw toestel gebruikt.
1
Selecteer het voertuigprofiel in het startscherm.
2
Selecteer uw voertuigtype:
• Als u een motorhome met een vaste camper wilt
toevoegen, selecteert u Camper.
• Selecteer Camper met trailer om een motorhome met
trailer toe te voegen.
• Selecteer Voertuig met trailer om een auto met caravan
toe te voegen.
3
Selecteer zo nodig het type trailer:
• Selecteer Reistrailer om een camper die met een
standaardkoppeling wordt getrokken, toe te voegen.
• Selecteer Vijfde wiel om een camper die met een
opleggerkoppeling wordt getrokken, toe te voegen.
OPMERKING: Dit type trailer is niet in alle regio's
beschikbaar.
• Selecteer Boottrailer om een boottrailer die met een
standaardkoppeling wordt getrokken, toe te voegen.
• Selecteer Caravan om een trailer die met een
standaardkoppeling wordt getrokken, toe te voegen.
4
Volg de instructies op het scherm om de voertuigkenmerken
in te voeren.
Nadat u een voertuigprofiel hebt toegevoegd, kunt u het profiel
bewerken en aanvullende gegevens invoeren
voertuigprofiel bewerken, pagina
Autoprofiel
Het autoprofiel is een vooraf geladen voertuigprofiel voor
gebruik in een personenauto zonder trailer. Wanneer het
autoprofiel wordt gebruikt, berekent het toestel automatisch
standaardroutes voor auto's. Speciale routes voor grote
voertuigen zijn niet beschikbaar. Sommige functies en
instellingen die specifiek voor grote voertuigen zijn bedoeld, zijn
niet beschikbaar als het autoprofiel wordt gebruikt.
Een voertuigprofiel selecteren
Telkens wanneer u uw toestel inschakelt, wordt u gevraagd een
voertuigprofiel te selecteren. U kunt op elk moment handmatig
overschakelen naar een ander voertuigprofiel.
1
Selecteer een optie:
• Veeg tweemaal naar beneden vanaf de bovenkant van het
scherm en selecteer het pictogram voertuigprofiel, zoals
of
.
• Selecteer in het startscherm de widget Voertuigprofiel
(Startscherm, pagina
2
Selecteer een voertuigprofiel.
De informatie over het voertuigprofiel wordt weergegeven,
inclusief de afmetingen en het gewicht.
3
Selecteer Selecteer.
4
(Een
4).
3).
Propaantanks toevoegen
OPMERKING: Deze functie is niet op alle productmodellen
beschikbaar.
Als u propaangastanks aan uw voertuigprofiel toevoegt, vermijdt
het toestel routes door gebieden waar beperkingen op
propaantanks uw route mogelijk beïnvloeden. Het toestel geeft
ook een waarschuwing wanneer u een gebied nadert waar u uw
propaantanks dient uit te schakelen.af te sluiten.
1
Selecteer
> Voeg tank toe in het voertuigprofiel.
2
Voer het gewicht van de propaantank in en selecteer Sla op.
Een voertuigprofiel bewerken
U kunt de algemene informatie wijzigen in een voertuigprofiel of
u kunt gedetailleerde informatie, zoals de maximumsnelheid,
toevoegen aan een voertuigprofiel.
1
Selecteer in het startscherm de voertuigprofielwidget
(Startscherm, pagina
3).
2
Selecteer het voertuigprofiel dat u wilt wijzigen.
3
Selecteer een optie:
• Als u de voertuigprofielgegevens wilt wijzigen. selecteert u
en vervolgens het te wijzigen veld.
• Als u de naam van een voertuigprofiel wilt wijzigen,
selecteert u
>
• Als u het voertuigprofiel wilt verwijderen, selecteert u
> Verwijder.
Functies voor het waarschuwen van
de bestuurder
Waarschuwingen en aangegeven snelheidslimieten dienen
alleen ter informatie. U bent te allen tijde zelf verantwoordelijk
voor het opvolgen van aangegeven snelheidsbeperkingen en
veilige deelname aan het verkeer. Garmin is niet
verantwoordelijk voor verkeersboetes of waarschuwingen die u
ontvangt als u zich niet houdt aan geldende verkeersregels en
verkeersborden.
Uw toestel is voorzien van functies die veiliger rijgedrag kunnen
bevorderen en de efficiëntie kunnen verhogen, ook als u in een
bekende omgeving rijdt. Het toestel waarschuwt met een
geluidssignaal of bericht en geeft bij elke waarschuwing
informatie weer. U kunt het geluidssignaal voor sommige
bestuurderswaarschuwingen in- of uitschakelen. Niet alle
waarschuwingen zijn in alle regio's beschikbaar.
Scholen: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft, indien
beschikbaar, de geldende maximumsnelheid bij een
naderende school of schoolzone weer.
Maximumsnelheid overschreden: Het toestel geeft een
geluidssignaal en markeert het pictogram voor
maximumsnelheid met een rode rand als u de aangegeven
maximumsnelheid voor de weg waarop u rijdt, overschrijdt.
Wijziging maximumsnelheid: Het toestel geeft een
geluidssignaal en geeft de maximumsnelheid weer voor de
zone die u nadert, zodat u uw snelheid kunt aanpassen.
Spoorwegovergang: Het toestel geeft een geluidssignaal om
aan te geven dat u een spoorwegovergang nadert.
Dierenoversteekplaats: Het toestel geeft een geluidssignaal
om aan te geven dat u een dierenoversteekplaats nadert.
Bochten: Het toestel geeft een geluidssignaal om een bocht in
de weg aan te geven.
Langzaam verkeer: Het toestel geeft een geluidssignaal als u
op hogere snelheid langzaamrijdend verkeer nadert. Voor
gebruik van deze functie moet uw toestel verkeersinformatie
ontvangen
(Verkeersinformatie, pagina
Functies voor het waarschuwen van de bestuurder
> Wijzig profielnaam.
VOORZICHTIG
15).
>