HOOFDMENU
wijzigen door de juiste toegangscode in te geven. De toegangscode blijft actief totdat u het scherm "Overzicht"
selecteert, daarna moet u de toegangscode opnieuw ingeven om een instelling te kunnen wijzigen.
SUB-MENU
De letter S voor het schermnummer (S...) geeft aan dat u zich in een sub-menu bevindt (zie ook
scherm "71 Weergave" pagina 34).
VOERSYSTEEM MET DIERGROEPEN
Druk op de bevestigingstoets en selecteer het diergroepennummer, druk hierna wederom op de
●
bevestigingstoets om uw keuze te bevestigen. De cursor wordt automatisch naar de link ( ) verplaatst. Druk
daarna 1x op de bevestigingstoets (indien u het nummer niet wijzigt blijft de cursor staan).
Of, selecteer de kolom "Diergroep". Druk op de bevestigingstoets en kies m.b.v. de pijltje omhoog/omlaag
●
toetsen de gewenste diergroep, druk hierna wederom op de bevestigingstoets om uw keuze te bevestigen.
De cursor wordt automatisch naar de link ( ) verplaatst. Druk daarna 1x op de bevestigingstoets (indien u
de keuze niet wijzigt blijft de cursor staan).
Of, verplaats de cursor naar de link ( ) en druk dan op de bevestigingstoets.
●
Daarna verschijnen de gegevens van de geselecteerde diergroep op het scherm.
VOERSYSTEEM ZONDER DIERGROEPEN
Druk op de bevestigingstoets en selecteer het gewenste ventielnummer, druk hierna wederom op de
●
bevestigings-toets om uw keuze te bevestigen. De cursor wordt automatisch naar de link ( ) verplaatst.
Druk daarna 1x op de bevestigingstoets (indien u het nummer niet wijzigt blijft de cursor staan).
Of, selecteer de kolom "Ventiel x". Druk op de bevestigingstoets en kies m.b.v. de pijltje omhoog/omlaag
●
toetsen de gewenste ventiel, druk hierna wederom op de bevestigingstoets om uw keuze te bevestigen. De
cursor wordt automatisch naar de link ( ) verplaatst. Druk daarna 1x op de bevestigingstoets (indien u de
keuze niet wijzigt blijft de cursor staan).
Of, verplaats de cursor naar de link ( ) en druk dan op de bevestigingstoets.
●
Daarna verschijnen de gegevens van het geselecteerde ventiel op het scherm.
TOEGANGSCODE
U kunt een toegangscode bijvoorbeeld gebruiken om uw computer tegen
ongewenste toegang te beschermen. Als u wilt voorkomen dat niet-
geautoriseerde personen instellingen op uw voercomputer kunnen
wijzigen, kunt u een toegangscode laten instellen. Een toegangscode
bestaat uit een combinatie van 4 cijfers. U kunt maximaal 2
toegangscodes laten instellen door uw installateur. Als u een toegangs-
code gebruikt, is het nuttig dat u de code opschrijft en op een veilige plek
bewaart. Als u de toegangscode vergeet, kunt u geen instellingen meer
wijzigen. Zodra één toegangscode actief is kunt u de instelling alleen
Pagina 9 van 39