Begin de training van uw hond aan een riem zonder het Atemos
trainingssysteem. Uw hond moet de commando's 'volg', 'zit' en
'hier' gehoorzamen. Als de hond aan deze drie
basiscommando's gehoorzaamt, kunt u beginnen te trainen met
het halsbandtoestel en de riem. Wanneer de hond consequent
gehoorzaamt aan commando's met de riem en de halsband,
kunt u wellicht de riem afdoen en alleen trainen met het
halsbandtoestel.
De contactpunten selecteren en installeren
Voor de beste resultaten selecteert u de juiste contactpunten op
basis van de vacht van uw hond.
1
Selecteer de juiste lengte van de contactpunten voor het type
vacht van uw hond:
• Gebruik de lange contactpunten voor honden met dikkere
vachten.
• Gebruik de korte contactpunten voor honden met dunnere
vachten.
2
Gebruik indien nodig de meegeleverde sleutel om de
contactpunten te verwijderen.
3
Draai de contactpunten in de halsband.
4
Draai de contactpunten vast met de meegeleverde sleutel,
maar niet te strak.
Zorg ervoor dat de contactpunten strak tegen de hals aan zitten
als u de hond halsband omdoet.
De contactpunten verwijderen
Wanneer u de hond niet traint met de trainingsknoppen,
verwijder dan de contactpunten.
1
Gebruik indien nodig de meegeleverde sleutel om beide
contactpunten te verwijderen.
2
Plaats het kapje over de gaten voor de contactpunten.
Trainingsmethoden
Moment-stimulatie: Er wordt een korte stimulatie toegepast
wanneer u op de trainingsknop drukt, ongeacht hoe lang u de
knop indrukt.
Continue stimulatie: Er wordt stimulatie toegepast bij de hond
gedurende de tijd dat u de trainingsknop indrukt, maximaal 8
seconden. De stimulaties die u toepast, dienen gewoonlijk
veel korter te zijn dan 8 seconden.
Toon: Er wordt een geluidssignaal in plaats van stimulatie
geactiveerd. Een toon kan worden gebruikt als een positieve
of negatieve trainingsmethode, afhankelijk van uw
trainingsprogramma.
Vibratie: Er wordt een trilsignaal toegepast bij de hond in plaats
van stimulatie gedurende de tijd dat u de trainingsknop
indrukt, maximaal 8 seconden. De effectiviteit van het
trilsignaal is afhankelijk van het karakter en de ervaring van
de hond.
Lineaire en traditionele stimulatie
U kunt lineaire of traditionele stimulatie gebruiken om uw
trainingservaring aan te passen. De methode met
standaardintensiteit is lineair. Deze methode biedt een
progressieve stimulatie van niveau 1 tot niveau 18. Met
traditionele stimulatie kunt u binnen vooraf bepaalde
stimulatieniveaus (1 t/m 6) snel wijzigingen aanbrengen met de
instellingen laag, normaal en hoog.
Het juiste intensiteitsniveau kiezen
1
Stel de intensiteit in op het laagste niveau
trainingsknoppen aanpassen, pagina
2
Selecteer een trainingsknop.
3
Kijk of de hond reageert, bijvoorbeeld door met de kop te
schudden of met een nekbeweging of met een andere
uitdrukking.
6
(De
6).
Soms maken honden een geluid omdat ze verrast zijn door
de elektrische stimulatie. Als de hond meerdere keren geluid
maakt, is het intensiteitsniveau te hoog voor basistraining.
4
Als de hond geen reactie geeft, kunt u de intensiteit met een
niveau verhogen tot de hond een kleine maar zichtbare
reactie geeft.
Het intensiteitsniveau dat een kleine maar zichtbare reactie
oplevert, is het beginniveau voor de basistraining van uw hond.
Het is niet nodig of raadzaam om deze intensiteitstest nogmaals
uit te voeren.
Zodra u bent begonnen met de training, zijn de prestaties van
de hond de richtlijn voor het selecteren van een intensiteit.
Naarmate de hond vooruitgang boekt, moet u het niveau wellicht
aanpassen aan de trainingssituatie.
De trainingsknoppen instellen voor één
intensiteitsniveau
Voordat u de trainingsknoppen aan een hond kunt toewijzen,
moet u de hond toevoegen aan het handheld-toestel
toevoegen aan de Atemos 100 handheld via draadloze
koppeling, pagina
3).
Standaard zijn de trainingsknoppen ingesteld op het laagste
stimulatieniveau, met Moment (M), Continu (C) en Toon (T) of
Vibratie (V) voor elke knop. Deze modus is handig als u één
hond traint. Als u meer honden traint, kan het handig zijn om
voor elke hond en elk intensiteitsniveau een aparte
trainingsknop in te stellen
(De trainingsknoppen aanpassen,
pagina
6).
1
Selecteer Stel in > Training > Trainingsknoppen.
2
Selecteer het gebied boven in het scherm, direct onder de
knoppen.
3
Selecteer
of
om het intensiteitsniveau voor de
verschillende stimulatieknoppen te kiezen.
4
Als u de traditionele stimulatiemodus gebruikt, selecteert u
LOW, MED of HI.
5
Selecteer
.
In deze modus geeft de linkerknop kortstondige stimulatie. De
middelste knop geeft continue stimulaties. De rechterknop geeft
een toon of trilsignaal.
De trainingsknoppen aanpassen
Voordat u de trainingsknoppen aan een hond kunt toewijzen,
moet u een hond toevoegen aan het handheld-toestel
hond toevoegen aan de Atemos 100 handheld via draadloze
koppeling, pagina
3).
U kunt een bepaald intensiteitsniveau en een stimulatiemodus
voor een hond toewijzen aan elke trainingsknop. U kunt
meerdere pagina's met instellingen voor trainingsknoppen
toevoegen. Deze modus is bijzonder handig wanneer u
meerdere honden traint. Wanneer u slechts één hond traint, kan
het handiger zijn om alleen het intensiteitsniveau in te stellen
(De trainingsknoppen instellen voor één intensiteitsniveau,
pagina
6).
1
Selecteer Stel in > Training > Trainingsknoppen > Wijzig
modus.
2
Selecteer
hieronder de knop die u wilt aanpassen.
3
Selecteer de hond die u met deze knop wilt trainen.
4
Selecteer
of
om het intensiteitsniveau te kiezen.
5
Als u de traditionele stimulatiemodus gebruikt, selecteert u
LOW, MED of HI.
6
Selecteer Moment (M), Continu (C), Toon (T) of Vibratie (V).
7
Herhaal de stappen 3-6 voor alle drie de knoppen.
8
Als u met meer dan drie knoppen wilt trainen, selecteert u
> Voeg pagina toe en programmeert u de extra knoppen.
(Een hond
(Een
Hondentraining