1. Olieaftapplug
6. Giet ca. 80 % van de gespecificeerde hoeveelheid
olie langzaam in de vulbuis (Figuur 21).
7. Controleer het oliepeil; zie Motoroliepeil controleren.
8. Giet langzaam vloeistof bij totdat het peil de
VOL-markering bereikt.
Motoroliefilter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren
Opmerking: Vervang het oliefilter vaker als de
machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige
omstandigheden.
1. Tap de motorolie af; zie Motorolie verversen.
2. Verwijder het oude filter en veeg de pakking van de
filtertussenstuk (Figuur 23) schoon.
1. Oliefilter
2. Pakking van tussenstuk
3. Smeer een dun laagje schone olie op de rubberen
pakking van het nieuwe filter (Figuur 23).
4. Plaats het nieuwe filter op het filtertussenstuk, draai
het oliefilter rechtsom totdat de rubberen pakking
contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het
filter vervolgens nog een extra 2/3 tot 1 slag vast
(Figuur 23).
Figuur 22
2. Olieaftapslang (niet
meegeleverd)
Figuur 23
3. Tussenstuk
5. Vul het carter met het juiste type verse olie; zie
Motorolie controleren.
6. Laat de motor ongeveer drie minuten draaien, zet
de motor af en controleer op olielekken rond het
oliefilter.
7. Controleer nogmaals het oliepeil en vul indien nodig
olie bij.
De externe zender/bedienings-
module synchroniseren
Als de afstandsbediening ooit moet worden vervangen,
zal deze opnieuw gesynchroniseerd moeten worden met
de ontvanger.
1. Lokaliseer de geel met zwarte draad die uit de 6-pins
connector bij de ontvanger komt (Figuur 24). Trek
de draad uit de buis.
1. Geel met zwart gestreepte
draad
2. 6-pins connector
2. Draai de contactsleutel naar de stand Start en daarna
snel naar de stand Aan. Dat activeert de ontvanger.
3. Aard de draad aan het chassis. De draad bevestigen
aan een van de bevestigers van de startmotor is een
goede aarding.
4. Druk terwijl u de draad aan het chassis aardt een
van de koppen op de afstandsbediening in en houd
deze ingedrukt.
5. Verwijder, terwijl u de knop op de afstandsbediening
ingedrukt houdt de draad uit de aarding.
6. Laat de knop los.
7. Druk op een van de richtingknoppen om te
controleren of het hersynchroniseren met succes is
voltooid.
8. Druk de draad weer in de buis.
24
Figuur 24
3. Startmotor